In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 5 juni 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Stichting Elan Wonen en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, en betaling van huurachterstand en servicekosten, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van de huurovereenkomst getoetst aan de hand van de Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Hierbij werd vastgesteld dat bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden oneerlijk waren ten opzichte van de consument, met name de bepalingen over buitengerechtelijke incassokosten en rente. De kantonrechter heeft deze bedingen vernietigd, wat leidde tot afwijzing van de gevorderde rente en incassokosten. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming werd grotendeels toegewezen, met een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. De gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en een gebruiksvergoeding voor het gehuurde.