In deze zaak heeft de besloten vennootschap Cornellia SR1 B.V. (hierna: Cornellia) op 30 april 2024 de besloten vennootschap Quadrant International Investigations B.V. (hierna: Quadrant) gedagvaard. De dagvaarding werd gepubliceerd op 3 mei 2024 in de Staatscourant. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 juni 2024, waarbij Quadrant, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen is. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen Quadrant.
Cornellia vordert in kort geding een voorlopige voorziening, waarbij zij de kantonrechter verzoekt Quadrant te veroordelen tot ontruiming van de door Quadrant gehuurde bedrijfsruimte aan Beechavenue 121-139 (unit 1.03) te Schiphol-Rijk, alsook tot betaling van een huurachterstand van € 46.137,87, vermeerderd met boetes en buitengerechtelijke incassokosten. Cornellia stelt dat Quadrant sinds het vierde kwartaal van 2021 de huur (gedeeltelijk) onbetaald heeft gelaten, wat volgens haar ontbinding van de huurovereenkomst in een bodemprocedure rechtvaardigt.
De kantonrechter heeft de vordering van Cornellia toegewezen, omdat zij een spoedeisend belang heeft en de vordering niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De proceskosten zijn voor rekening van Quadrant, omdat deze in het ongelijk is gesteld. De kantonrechter heeft Quadrant veroordeeld tot ontruiming van de bedrijfsruimte en tot betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten en boetes, evenals de proceskosten die aan de kant van Cornellia zijn gemaakt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. E. Kanninga-Jonker op 11 juni 2024.