ECLI:NL:RBNHO:2024:5848
Rechtbank Noord-Holland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van onzelfstandige woonruimte wegens huurachterstand en overlast
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] heeft [gedaagde] gedagvaard vanwege een huurachterstand van vier maanden en de veroorzaakte overlast. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 mei 2024, waarbij [gedaagde] niet verschenen is, waardoor verstek is verleend. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiser] stukken ingediend en ter zitting aanvullende informatie verstrekt.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] beoordeeld en vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij de ontruiming van de gehuurde kamer. [Eiser] heeft een voorstel gedaan aan [gedaagde] om de kamer per 30 juni 2024 leeg en ontruimd op te leveren, wat door [gedaagde] is geaccepteerd. De kantonrechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op zeven dagen na betekening van het vonnis, maar niet eerder dan 1 juli 2024.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] grotendeels toegewezen, inclusief de betaling van de huurachterstand van € 1.700,00 en de huur van € 425,00 voor elke maand na 30 april 2024. Ook is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gevorderde voorzieningen die niet zijn toegewezen, zijn afgewezen.