ECLI:NL:RBNHO:2024:5576

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 mei 2024
Publicatiedatum
5 juni 2024
Zaaknummer
10983069 BM VERZ 24-495
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opheffing van meerderjarigenbewind wegens onveranderde grondslag

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van het meerderjarigenbewind ten behoeve van een betrokkene, geboren in 1942. Het verzoek is ingediend door de bewindvoerder, geboren in 1968, die stelt dat het bewind niet langer nodig is omdat de betrokkene weinig bezittingen heeft en alle rekeningen automatisch worden voldaan. De bewindvoerder wijst ook op de administratieve lasten die het bewind met zich meebrengt, zoals het indienen van de boedelbeschrijving en de jaarlijkse rekening en verantwoording.

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek, dat op 7 maart 2024 ter griffie is ingekomen, en van de akkoordverklaring van de mede-bewindvoerder, geboren in 1971. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 mei 2024 is de situatie van de betrokkene besproken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat bij een eerdere beschikking van 31 juli 2023 een bewind was ingesteld vanwege de lichamelijke of geestelijke toestand van de betrokkene.

De rechter heeft beoordeeld of de grondslag voor het bewind inmiddels is vervallen. Uit de ingediende stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat de lichamelijke of geestelijke toestand van de betrokkene ongewijzigd is en naar verwachting ook niet zal verbeteren. Gezien deze omstandigheden heeft de kantonrechter geconcludeerd dat de grondslag voor het bewind nog steeds aanwezig is en heeft het verzoek tot opheffing van het bewind afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 10983069 BM VERZ 24-495 MK
Uitspraakdatum: 31 mei 2024

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[bewindvoerder 1] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoekster,
inzake het meerderjarigenbewind ten behoeve van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1942,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek, ter griffie ingekomen op 7 maart 2024;
  • de akkoordverklaring van de mede-bewindvoerder, [bewindvoerder 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.
Op 14 mei 2024 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

beoordeling

Bij beschikking van de kantonrechter van 31 juli 2023 is een bewind ingesteld over de goederen die (zullen) toebehoren aan betrokkene vanwege haar lichamelijke of geestelijke toestand. Verzoekster en [bewindvoerder 2] zijn destijds tot bewindvoerders benoemd.
Het huidige verzoek strekt tot opheffing van het bewind. Verzoekster stelt dat het bewind niet nodig is, omdat betrokkene geen of weinig bezittingen heeft. Bovendien worden alle rekeningen automatisch voldaan, waarna er weinig geld overblijft. Verder vindt verzoekster dat er van haar als bewindvoerder een hoop wordt verwacht, zoals het indienen van de boedelbeschrijving en de jaarlijkse rekening en verantwoording.
Bij een verzoek tot opheffing van het bewind dient de kantonrechter te beoordelen of de grondslag die destijds aanleiding heeft gegeven voor de instelling van het bewind inmiddels is vervallen.
Uit de ingediende stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht blijkt dat de lichamelijke of geestelijke toestand van betrokkene ongewijzigd is en in de toekomst ook niet zal verbeteren. Nu de grondslag voor het bewind nog onverminderd aanwezig is, is de kantonrechter van oordeel dat het verzoek tot opheffing van het bewind moet worden afgewezen.
beslissing
De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.W. Koenis, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter