ECLI:NL:RBNHO:2024:5521

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
4 juni 2024
Zaaknummer
344489
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vervangende schadevergoeding wegens ondeugdelijk werk en verjaring in aannemingsovereenkomst

In deze civiele zaak vorderen eisers, eigenaren van een woning, vervangende schadevergoeding van de gedaagde aannemer wegens ondeugdelijk werk. De eisers stellen dat de door gedaagde uitgevoerde werkzaamheden niet voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers een bedrag van € 20.521,- aan schadevergoeding vorderen, waarvan € 8.006,50 is toegewezen. De rechtbank oordeelt dat gedaagde niet voor alle door eisers gestelde gebreken in verzuim is, maar dat de expertisekosten gedeeltelijk toewijsbaar zijn. De rechtbank heeft ook de verjaring van de vorderingen beoordeeld, waarbij is vastgesteld dat de vorderingen niet zijn verjaard, omdat de gebreken tijdig zijn gemeld door eisers. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding, expertisekosten en buitengerechtelijke incassokosten, en heeft de proceskosten ten laste van gedaagde gesteld. De uitspraak is gedaan op 5 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/344489 / HA ZA 23-541
Vonnis van 5 juni 2024 (bij vervroeging)
in de zaak van

1.[eiser 1],

te [plaats 1],
2.
[eiser 2],
te [plaats 1],
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers],
advocaat: mr. M.B. van Munster te Den Haag,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
te [plaats 2],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
advocaat: mr. E. Hoekstra te Alkmaar.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 maart 2023 met 11 producties
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van 28 juni 2023
- de conclusie van antwoord in het incident van 26 juli 2023
- het incidentele vonnis van de kantonrechter van 23 augustus 2023 met verwijzing van de zaak naar team Handel, Kanton en Insolventie van deze rechtbank
- de conclusie van antwoord van 4 oktober 2023 met 6 producties
- het formulier B2 ‘stellen advocaat’ van 4 oktober 2023 van de kant van [eisers]
- het tussenvonnis van 22 november 2023
- de akte overlegging producties van 14 maart 2024 van de kant van [gedaagde] met producties 12 en 13
- de mondelinge behandeling van 14 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de akte uitlaten van partijen van de zijde van [eisers] van 8 mei 2024
- de uitlating van de zijde van [gedaagde] van 8 mei 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

[gedaagde] heeft aanneemwerkzaamheden verricht aan de woning van [eisers] Het uitgevoerde werk voldoet volgens [eisers] niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Zij vorderen € 20.521,- aan vervangende schadevergoeding. Van dit bedrag wordt € 8.006,50 toegewezen. [gedaagde] is niet voor alle door [eisers] gestelde gebreken in verzuim. [gedaagde] heeft de overige gebreken onvoldoende gemotiveerd betwist. De door [eisers] gevorderde (vergoeding van) expertisekosten acht de rechtbank redelijk en daarom toewijsbaar, maar alleen voor zover deze verband houden met het toewijsbare deel van de in het rapport geraamde herstelkosten.

3.De feiten

3.1.
[eisers] zijn eigenaar van de woning aan de [adres] te [plaats 1] (hierna: de woning).
3.2.
[gedaagde] drijft een bouw- en aannemersbedrijf dat zich bezighoudt met burgerlijke en utiliteitsbouw.
3.3.
[gedaagde] heeft aan [eisers] een offerte uitgebracht voor de verbouwing van de woning (hierna: de offerte).
3.4.
Door ondertekening van een opdrachtbevestiging, waarin staat dat de opdracht is overeengekomen op basis van de offerte, hebben partijen op 16 november 2016 een aannemingsovereenkomst gesloten (hierna: de overeenkomst).
3.5.
In de offerte zijn de volgende posten opgenomen van werken die door [gedaagde] worden opgedragen aan onderaannemers:
loodgieterswerk uit te voeren door [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1]) en
elektrawerk uit te voeren door onderaannemer [bedrijf 2] B.V. (hierna: [bedrijf 2]).
Overige werkzaamheden die werden opgedragen zijn (onder meer) sloopwerk, constructiewerken, stucwerk, tegelwerk, schilderwerk, het leveren en monteren van trappen, het maken van wanden, plafonds en vloeren en het leveren en plaatsen van deuren en kozijnen. De overeengekomen totaalprijs inclusief bedroeg € 189.802,85, dan wel € 189.799,94. Aan het einde van de offerte en de getekende opdrachtbevestiging staat:
Op bovenstaande werkzaamheden zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Bijgaand treft u een exemplaar van de geldende voorwaarden aan.
In de bij de offerte gevoegde werkomschrijving staat bij CV-installatie (onder meer):
Vloerverwarming (verwarmen en koelen) op alle verdiepingen;
3.6.
In artikel 8 lid 3 van de ‘Algemene Leverings- en Betalingsvoorwaarden Aannemersbedrijf [gedaagde] B.V.’ (hierna: de AV) staat:
Elke vordering tot schadevergoeding verjaart na verloop van één jaar na (op)levering, tenzij (i) de opgeleverde werkzaamheden, levering of dienst, of enig onderdeel daarvan, een gebrek bevat dat op grond van wet, overeenkomst, of verkeersopvattingen binnen de risicosfeer van Opdrachtnemer, zijn onderaannemer of zijn personeel valt en dat door Opdrachtgever redelijkerwijs niet eerder onderkend had kunnen worden en Opdrachtgever van dat gebrek binnen redelijke termijn na ontdekking mededeling heeft gedaan, of (ii) een garantie van toepassing is en de garantietermijn langer loopt dan één jaar en tevens nog niet is verstreken.
3.7.
[eisers] zijn in augustus 2017 in de woning gaan wonen. Daarna zijn [gedaagde] of haar onderaannemers niet meer dagelijks in de woning geweest. Na maart 2018 hebben [gedaagde] en haar onderaannemers geen werkzaamheden meer in of aan de woning uitgevoerd.
3.8.
In november 2017 heeft [gedaagde] de eindfactuur gezonden.
3.9.
In de periode augustus 2017 tot juli 2019 hebben [eisers] diverse malen gemeld dat het werk niet af is en niet voldoet. In dat kader zijn onder meer de volgende berichten gestuurd:
  • een e-mail van 30 augustus 2017 van [eisers] aan [gedaagde] met de melding dat de Klimaatbeheerser, [bedrijf 1] en [bedrijf 2] die dag langs zijn geweest maar een aantal punten nog niet is verholpen. Daarbij wordt verwezen naar een bijgesloten lijst. [gedaagde] heeft daarop meegedeeld dat de punten worden opgepakt;
  • een e-mail van [gedaagde] aan [eisers] van 13 oktober 2017, waarin zij meedeelt:
  • Een e-mail van [eisers] aan [gedaagde] van 25 oktober 2017, waarin zij meedelen:
  • een e-mail van 22 november 2017 van [eisers] aan [bedrijf 2] waarin staat dat er een vrij groot aantal (met name elektrotechnische) zaken niet goed zijn aangesloten. De [eisers] zeggen dat de installatie op zijn minst veilig gesteld moet worden en wijzen er onder meer op dat er nog veel onbeveiligde blote, onder spanning staande, kabels door het hele huis hangen. Ook melden zij dat het energieverbruik enorm hoog is;
  • een e-mail van 27 november 2017 van [eisers] aan [gedaagde] met de klacht dat [bedrijf 2] het volledig laat afweten terwijl zij verre van klaar is. Aparte groepen zijn niet zijn geïnstalleerd, kabels zitten boven het plafond waardoor lampen niet kunnen worden afgemonteerd en de tastdimmers werken niet naar behoren, aldus [eisers]. Daarop deelt [gedaagde] mee de laatste openstaande punten van [gedaagde] op te pakken met [betrokkene 2] en dat het lijstje bekend is en dat dat het is en niet meer;
  • een e-mail van 9 januari 2018 van [eisers] aan [bedrijf 1] en de Klimaatbeheerser waarin staat dat de nieuwe hybride warmtepomp/CV-installatie niet naar behoren werkt en [eisers] met een hoog energieverbruik kampen;
  • een e-mail van 20 februari 2018 waarin [eisers] aan [gedaagde] meedelen dat de schuifdeur naar de slaapkamer op de eerste verdieping niet meer open gaat en vragen of [gedaagde] hiernaar wil kijken;
  • een e-mail van 19 maart 2018 van [eisers] aan [gedaagde] met het verzoek om formele opleverdocumentatie inclusief garanties;
  • een e-mail van 2 april 2018 waarin [eisers] aan [gedaagde] meedeelt i) dat zij te maken hebben met een enorm hoog elektraverbruik dat wordt veroorzaakt door het hybride warmtepompsysteem ii) dat [bedrijf 1], Klimaatbeheerser en [betrokkene 3] naar [gedaagde] als hoofdaannemer verwijzen, onder meer omdat zij informatie van [gedaagde] nodig hebben over de wijze waarop het systeem is aangelegd en in gebruik is gesteld;
  • een e-mail van 16 april 2018 waarin [eisers] i) aan [gedaagde] naar voren brengen dat de afspraak is dat de laatste termijn en parkeerkosten betaald worden als [gedaagde] de opleveringsdocumentatie en garanties verstrekt ii) vragen naar een eindoplevering met bijbehorende opleveringsdocumentatie en garanties iii) opmerken dat de hybride warmtepompinstallatie niet goed werkt en de Klimaatbeheerser en [bedrijf 1] naar [gedaagde] wijzen iv) vragen in dat kader met zijn allen om tafel te gaan en v) melding doen van problemen met de schuifdeur van de slaapkamer en van een paar “dubieuze” scheuren in aantal wanden;
  • een e-mail van 23 juli 2018 van [eisers] aan [gedaagde] met het verzoek de volgende zaken aan te leveren dan wel op te lossen: i) opleverdocumentatie is niet verstrekt ii) de koelfunctie van het hybridewarmtepomp systeem is niet geïnstalleerd iii) het elektraverbruik is enorm hoog iv) de schuifdeuren op de eerste verdieping lopen aan, de geleider op de grond zit los v) er zit een scheur in de wand naast de draaikiepdeur van de keuken vi) er hangt een rioollucht op het terras op de eerste verdieping vii) er is geen goede waterdruk in douche en viii) de handdoekradiator wordt niet warm;
  • een e-mail van 6 augustus 2018 waarin van [eisers] aan [gedaagde] meedelen:
  • Formele oplevering heeft nooit plaatsgevonden;
  • Eindfactuur is destijds noodgedwongen betaald omdat jullie anders dreigden het werk niet af te maken (…);
  • Garanties, certificaten, etc. zijn nooit overhandigd/verstuurd. Zelfs geen veiligheidscertificaten van [bedrijf 2], etc.
  • Communicatie met onderaannemers heeft noodgedwongen enkel tijdens de bouw plaatsgevonden door gebrek aan supervisie en coördinatie van jouw werkvoorbereider;
  • Communicatie inzake contractuele zaken met jullie onderaannemers heeft na het ondertekenen van jullie offerte in november 2016 niet meer plaatsgevonden;
  • Er is meermalig pogingen gedaan om jullie onderaannemers hun gebreken op te laten lossen:
(…);
o
[bedrijf 1] en Klimaatbeheerser zijn meermalig benaderd door ons inzake de hybride warmtepomp echter verwijzen zij ons naar [gedaagde] die hun opdracht heeft opgeknipt;
  • Het probleem met de schuifdeuren ligt niet aan het schuifsysteem maar aan de geleider op de grond die los zit aan de onderkant. Dat de deuren vaak krom trekken helpt daar niet bij;
  • De handdoekradiator heeft nooit gewerkt;
  • We hebben veel krimpscheuren in het huis, begrijpelijk. Echter de scheur bij het keukenraam is anders, deze is lateraal.
[betrokkene 4] nogmaals we verzinnen niets, deze punten staan al bijna een jaar open. Verder is het meer dan normaal dat je gaandeweg het eerste jaar gebreken kan ondervinden, daar is immers de garantieperiode voor en behoor je als aannemer op te acteren.
Het enige 'nieuwe' punt waar we tijdens de warme maanden achter zijn gekomen is het feit dat het hybride warmtepomp systeem niet kan koelen. Dat hadden we immers in de wintermaanden niet nodig en is derhalve niet eerder geconstateerd. Hadden jullie een goede oplevering gehouden met alle partijen en testrapportages verstrekt dan had je dit zelf kunnen ondervinden.
Jouw werkvoorbereider heeft destijds op eigen initiatief de WTB opdracht opgesplitst tussen [bedrijf 1] en De Klimaatbeheerser. Hierbij bleek hij volgens de Klimaatbeheerser lukraak essentiële componenten uit de opdracht gestreept te hebben en zijn er onderling afspraken gemaakt waardoor de installatie verre van optimaal is geïnstalleerd. Bij deze afspraken zijn wij nimmer betrokken geweest. Als gevolg, kan de unit niet op de koelfunctie worden gezet. De koelfunctie van deze unit staat overigens heel duidelijk in onze overeenkomst met jullie.
  • een e-mail van 30 augustus 2018 van [gedaagde] aan haar werkvoorbereider, die in afschrift aan [eisers] is gezonden. In deze e-mail vraagt [gedaagde] de werkvoorbereider met [eisers] contact op te nemen over een krimpscheur bij de achterdeuren en over schuifdeuren en meteen een officiële opleverlijst mee te nemen zodat de klus afgerond is. Daarbij deelt hij mee dat de onderaannemers rechtstreeks met [eisers] opleveren;
  • een e-mail van 21 november 2018 waarin [gedaagde] aan [eisers] meedeelt dat de warmtepomp niet kan koelen omdat koelen niet in de opdracht is opgenomen. Er zijn geen kabels getrokken om dit te laten werken. [gedaagde] doet een aanbod om de elektra aan te sluiten tegen betaling. Verder deelt [gedaagde] mee dat de handdoekradiator is aangesloten als afgesproken, zodat ook wijziging daarvan kosten met zich zal brengen;
  • een e-mail van 8 december 2018 waarin [eisers] aan [gedaagde] de volgende punten als openstaand melden: i) koelfunctie werkt niet en zit wel in opdracht (verwijzing naar offerte [bedrijf 1]) ii) de handdoekradiator wordt niet warm genoeg iii) het energieverbruik is exorbitant hoog iv) de waterdruk van de douche is niet goed v) op het terras hangt een rioollucht vi) de geleider van een schuifdeur zit los, rails niet in het midden geplaatst vii) er is een scheur in de wand naast de draaikiepdeur van de keuken gekomen. Daarbij stellen [eisers] voor om een keer samen te komen met [bedrijf 1], [betrokkene 3] en de Klimaatbeheerser om de installaties een keer volledig door te spreken;
  • een e-mail 2 februari 2019 van [eisers] aan [gedaagde] met een vraag naar de stand van zaken met verwijzing naar de e-mail van 8 december 2018;
3.10.
In een brief van 2 juli 2019 met als onderwerp “Ingebrekestelling” hebben [eisers] aan [gedaagde] onder meer het volgende meegedeeld:
Helaas bent u de afspraken die wij met u hebben gemaakt niet (volledig) nagekomen en voldoet het door u geleverde werk niet aan de eisen die wij daaraan redelijkerwijs mogen stellen. Wij hebben hierover, zoals veelvuldig aan u gemeld (…), de volgende (belangrijkste) bezwaren:
  • De koelfunctie van het hybridewarmtepompsysteem werkt niet.
  • De handdoekradiator in de badkamer werkt niet naar behoren en is niet te regelen.
  • Onvoldoende waterdruk in de badkamerdouche op de eerste verdieping.
  • Rioollucht op het terras op de eerste verdieping.
  • Uitsluitsel inzake de scheur in de keukenwand ontbreekt.
  • Hoog energieverbruik.
  • Geleider op de grond van de schuifdeur op de eerste verdieping zit los.
  • Garantieverklaringen en veiligheidscertificaten zijn niet verstrekt.
  • (…).
Wij hebben u gevraagd uw verplichtingen na te komen. Tot nu toe heeft u dat niet gedaan. Met deze brief bieden wij u voor de laatste keer de mogelijkheid om binnen 14 dagen alsnog aan uw verplichtingen uit de overeenkomst te voldoen en de gebreken te herstellen.
Wanneer u dit niet doet, bent u in verzuim (…).
3.11.
[gedaagde] heeft aan deze aanzegging geen gevolg gegeven.
3.12.
Met een brief van 12 augustus 2020 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [eisers] [gedaagde] – voor zover relevant – het volgende meegedeeld aan [gedaagde]:
U bent tekort geschoten
Cliënten hebben vastgesteld dat u toerekenbaar tekort bent geschoten in de nakoming van uw verplichtingen (…). U heeft een aantal openstaande punten nog niet hersteld dan wel afgewerkt. Het gaat om de volgende zaken:
  • De koelfunctie van het hybridewarmtepomp systeem werkt niet;
  • Onvoldoende waterdruk in de badkamer douche op de eerste verdieping;
  • Rioollucht op het terras op de eerste verdieping;
  • Uitsluitsel inzake de scheur in de keukenwand ontbreekt;
  • De keukendeur sluit niet en moet correct worden afgesteld wat vermoedelijk te maken heeft met dezelfde oorzaak van de scheur in de keukenwand;
  • Hoog energieverbruik;
  • De data-aansluiting in de woonkamer werkt niet;
  • Geleider op de grond van de schuifdeur op de eerste verdieping zit los;
  • De geplaatste elektra werkt niet – dan wel niet op een veilige manier – in drie ruimtes op de tweede verdieping. De schakelaars, naar nu blijkt, sturen de armaturen in verkeerde ruimtes aan. Tevens staat de verkeerde bedrading onder stroom en is het voor cliënten onmogelijk de armaturen aan te sluiten;
  • De warmtepomp/CV/vloerverdeler installatie lijkt niet juist geïnstalleerd, momenteel liggen de verdelers losgeschroefd op de begane grond en doen hun werk niet. Het energieverbruik is hoog en de ketel staat chronisch aan. Tevens kan niet beoordeeld worden welke ruimte door welke thermostaat wordt aangestuurd. (…)Zo wordt de badkamer nooit warm en daardoor ook niet de handdoekradiator.
  • (…).
Verzuim
Cliënten stelden u in gebreke bij brief van 12 juli 2019. Zij hebben u in deze brief een termijn geboden van twee weken om de aangegeven gebreken te herstellen. U heeft hieraan geen gehoor gegeven. U verkeert in verzuim. (…)
De woning dient te worden opgeleverd
Op grond van de wet, maar ook op grond van de gehanteerde voorwaarden, dient een formele oplevering plaats te vinden. (…)
Sommatie
Namens cliënten verzoek ik u, en voor zover nodig sommeer ik u om binnen een week na vandaag een datum af te spreken waarop de oplevering en herstel van de gebreken zal plaatsvinden. Indien u ook hiermee in gebreke blijft, maken cliënten aanspraak op de hun toekomende juridische mogelijkheden. (…)
3.13.
Na een telefoongesprek op 24 augustus 2020 waarin [gedaagde] de rechtsbijstandsverzekeraar van [eisers] meedeelde te bestrijden dat er sprake was van een tekortkoming, heeft de rechtsbijstandsverzekeraar [gedaagde] met een brief van 13 oktober 2020 meegedeeld dat [eisers] de vordering tot nakoming omzetten in een vordering tot vervangende schadevergoeding. Daarbij heeft zij gezegd dat een expertiseonderzoek zal worden uitgevoerd om de hoogte van het schadebedrag vast te stellen.
3.14.
[eisers] hebben ZNEB Expertise en Taxatie BV (hierna: ZNEB) opdracht gegeven de werkzaamheden te onderzoeken. Voor het deel van het onderzoek dat ziet op de aangebrachte installaties heeft ZNEB T-AdCo ingeschakeld. Deze deskundigen hebben de woning op 8 april 2021 opgenomen. Bij dit onderzoek is [gedaagde] niet aanwezig geweest. Op 26 april 2022 heeft ZNEB haar rapport uitgebracht met als bijlage het rapport van T-AdCo. In het rapport van ZNEB staat dat [eisers] aan ZNEB de volgende gebreken heeft meegedeeld:
  • Er is onvoldoende waterdruk bij douche badkamer gelegen op de 1e verdieping.
  • Een rioollucht waarneembaar op het terras 1e verdieping.
  • Scheurvorming constructie ter plaatse van de keukendeur.
  • Keukendeur sluit niet.
  • De geleider op de grond van de schuifdeur op de 1e verdieping zit los.
  • Lekkage ter plaatse van lichtkoepel en de dakkapel;
  • De data-aansluiting woonkamer en in de kamer van de voorzijde op de 2e verdieping werkt niet.
  • Problemen met de elektra aansluitingen/bedrading ten behoeve van de armaturen op 2e verdieping.
  • De thermostaten op de eerste verdieping sturen de verkeerde ruimtes aan.
  • Diverse problemen hybride warmtepomp/cv/vloerverdeler installatie.
  • De koelfunctie werkt niet.
  • De handdoekradiator in de badkamer (…) werkt niet naar behoren en is niet te regelen.
  • Scheurvorming rond trapgat, washok en hal en achter de houtkachel (…)
  • Scheurvorming betonnen vloer begane grond
In hun rapporten constateren ZNEB en (bij installaties) t-AdCo over die punten – voor zover relevant – het volgende:
Over de waterdruk:
De waterdruk op de doucheslang en stortdouche badkamer 1e verdieping beoordelen wij als onvoldoende. De oorzaak is waarschijnlijk gelegen in vervuiling van de filters/inbouwkraan, en/of de muuraansluitingen van doucheslang en stortdouche.
Actie:
Demonteren, reinigen en terugplaatsen inbouwkraan en/of filters in aansluitingen doucheslang / stortdouche.
Over de rioollucht:
Stankafsluiter/sifon van hemelwater standleiding functioneert niet goed of is niet (op de juiste plek) aanwezig
Actie:
Inspectie en zo nodig aanpassen / aanleggen van de (ondergronds) stankafsluiter/sifon en be-/ontluchtingen riolering.
Over de scheurvorming en constructie bij de achterdeur:
Ter plaatse van het hoekprofiel is er scheurvorming ontstaan aan de sluitzijde van de keukendeur (foto 2 t/m 5). Aan de bovenzijde bevindt zich eveneens scheurvorming (foto 6) (…)
Actie:
Om herstel te kunnen uitvoeren dient de achterwand te worden verwijderd en de constructie te worden aangepast na tussenkomst van de constructeur. (…)
Over de keukendeur:
Ten tijde van de expertise functioneerde de (…) keukendeur (…) deugdelijk
Over de geleider van de schuifdeur:
De schuifrail aangebracht in het plafond is niet in het midden van de schuifdeuropening gemonteerd (foto 7). (…) Vermoedelijk was de losgekomen geleider op de vloer in het midden van de sparing gemonteerd. Hierdoor is de schuifdeur kromgetrokken (foto 8 en 9). Eveneens kan de schuifdeur zelf kromgetrokken zijn (…) waardoor deze niet functioneert
Over twee lekkages bij de lichtkoepel en de dakkapel:
Er zijn verkleuringen aan het plafond van de dakkapel waargenomen. Het is aannemelijk dat de lekkage gevolg is van aansluiting met het hellend dak.
Actie:
De gehandhaafde lichtkoepel dient rondom te worden nagezien op lekkages en zo nodig deugdelijk te worden afgekit
Over de data-aansluitingen:
De adervolgorde in de RJ-45 connector in de meterkast is verkeerd, waardoor de data-aansluiting / aangesloten apparatuur in de woonkamer niet werkt. De kabel slaapkamer 2e verdieping is niet traceerbaar.
Actie:
Nieuwe connector plaatsen aan datakabel t.b.v. woonkamer. Herstellen / opnieuw aanleggen datakabel naar 2e verdieping
Over de elektra:
De schakeling van de lichtpunten overloop en vliering zijn kruislings verwisseld (…). De afwerking van de wandlichtpunten op vliering en slaapkamer 2e verdieping voldoen niet aan de NEN-1010 normen, er ontbreken inbouwdozen (slaapkamer) en aansluitdeksels op de inbouwdozen (vliering en slaapkamer) waardoor bedrading niet volledig is afgewerkt (…).
Actie:
De schakeling van de lichtpunten op de vliering en overloop aanpassen en de wandlichtpunten conform normen voorzien van inbouwdozen en aansluitdeksels. Herstel stucwerk/sauswerk (…)
Over de warmtepomp/thermostaten
De Evohome regeling is momenteel niet geschikt voor het aansturen van de (vloer)koeling van de [betrokkene 3] hybride warmtepomp
Actie:
hiertoe dient een uitbreiding te worden gedaan op de Evohome regeling (…) alsmede aanpassingen in de programmering (…)
De handdoekradiator in badkamer 1e verdieping is rechtstreeks aangesloten op het distributieleidingnet (…) waardoor deze willekeurig warmte levert. De vloerverwarming op de 1e verdieping wordt niet door een separate (draadloze) ruimtethermostaat gestuurd (…). Het is onvoldoende duidelijk of de minimaal benodigde waterinhoud in de verwarmingsinstallatie kan worden gewaarborgd middels de afsluitbare motorgroepen vloerverwarming. De tijdelijk (…) losgemaakte motorbedieningen op de vloerverwarming verdeler begane grond zijn geen permanente oplossing en ontregelen nu de verwarmingsinstallatie op begane grond.
Actie:
Vervangen mechanische thermostaatkraan handoekradiator (…) en programmeren. Het (opnieuw) programmeren van een van de twee draadloze ruimtethermostaten t.b.v. separaat regelen verwarming badkamer 1e verdieping (…). Minimale waterinhoud controleren / waarborgen. Zo nodig extra buffervat met circulatiepomp aanbrengen.
Over scheurvorming rond trapgat, garderobe, washok en hal en achter houtkachel:
(…) van mening dat herstel dient te worden uitgevoerd, gezien forse scheurvorming.
Over scheurvorming betonnen vloer begane grond:
In het onderhavige geval is er scheurvorming waargenomen min of meer over de gehele oppervlakte van de betonnen begane grondvloer.
ZNEB zegt daarbij dat het gaat om uitvoeringsfouten ontstaan ten tijde van de renovatie van de woning en concludeert dat [gedaagde] niet naar behoren heeft gepresteerd, althans niet naar de eisen van goed en deugdelijk werk. T-AdCo concludeert in haar rapport dat [gedaagde] B.V. op de door [eisers] geconstateerde punten in gebreke is gebleven voor wat betreft de kwaliteit / kwantiteit van de uitgevoerde werkzaamheden aan installaties.
3.15.
Onder het kopje Schadevaststelling/-raming schrijft ZNEB in haar rapport het volgende(bij de schaderaming zijn de meer relevante delen binnen een zin door de rechtbank onderstreept):
-
Controle berekening achterwandwoonhuis begane grond.
(…) gebaseerd op 1 mandag tegen ingenieurstarieven
(1 x 8 x € 110,00), geraamd op, inclusief 21% btw € 880,00
-
Verwijderen achterwand woonhuis begane grond en herstel constructie wand.
(…) gebaseerd op 2 mandagen (2 x 8 x € 57,50) en materiaal € 300,00)
geraamd op, inclusief 21% btw € 1.220,00
-
De schuifdeur op 1e verdieping vervangen en rail op de vloer monteren.
(…) gebaseerd op 0,5 mandag (0,5 x 8 x € 57,50) en
materiaal (€ 360,00), geraamd op, inclusief 21% btw € 590,00
(…)
-
Het stukadoren van de achterwand woonhuis begane grond, partieel
herstelwerk overig stucwerk achter houtkachel, rondom trapgat,
garderobe, washok en hal.
(…) gebaseerd op 1,5 mandag (1,5 x 8 x € 51,75) en materiaal (€ 90,00),
geraamd op, inclusief 9% btw € 711,00
-
Het behandelen met isoleerverf van de verkleuringen plafond dakkapel,
op kleur sauzen plafond dakkapel, rondom lichtkoepel,
wanden/plafonds trapgat, garderobe, washok en hal,sauzen
wand achter houtkachel enachterwand begane grond,
schilderen schuifdeur.
(…) gebaseerd op 2 mandagen (2 x 8 x € 51,75) en materiaal (€ 240,00)
geraamd op, inclusief 9% btw € 1.068,00
(…)
-
De parkeerkosten tijdens de uitvoering van voornoemde werkzaamheden
worden door ons, gebaseerd op € 35,00 per dag en uitgaande
van 10 dagen, geraamd op, inclusief 21% btw € 350,00
(…)
3.16.
T-AdCo heeft (voor zover relevant) in haar rapport de volgende herstelkosten vastgesteld:
A. Onvoldoende waterdruk bij douche badkamer eerste verdieping: € 300,00
Rioollucht op het terras op de eerste verdieping: € 520,00
Data-aansluiting woonkamer en slaapkamer 2e verdieping
Nieuwe connector voor woonkamer: € 75,00
Herstel/aanleg datakabel naar 2e verdieping: € 285,00
Kostenverschil Cat. 6 bekabeling met Cat. 5E: € 110,00
D. Verkeerde bedrading, schakelaars sturen verkeerde armaturen aan: € 1.360,00
E. Hybridepomp/CV/vloerverdeler installatie
Uitbreiding regeling en aanpassen programmering
:€ 860,00
Aanpassing thermostaten en werken vloerverwarming € 1.540,00
3.17.
Met een brief van 29 juli 2022 heeft de advocaat van [eisers] [gedaagde] gesommeerd de door ZNEB vastgestelde kosten in totaal groot € 20.521,00 binnen veertien dagen te betalen.

4.Het geschil

4.1.
[eisers] vorderen – samengevat – na eisvermindering om bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eisers] van een bedrag van € 20.521,00 aan vervangende schadevergoeding, of een zodanig bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
2. [gedaagde] te veroordelen om aan [eisers] te voldoen de door [eisers] gemaakte buitengerechtelijke kosten naar de staffel incassokosten te bepalen op een bedrag van € 980,21;
3. [gedaagde] te veroordelen om aan [eisers] de kosten van het deskundigenonderzoek van € 4.596,49 te betalen;
4. [gedaagde] te veroordelen om de wettelijke rente te betalen over het onder 1 gevorderde vanaf 12 augustus 2020;
5. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van het geding, die van het salaris van de advocaat daaronder begrepen, alsmede de nakosten ingeval van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente over de volledige proceskosten, als niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis voldoening daarvan door [gedaagde] heeft plaatsgevonden.
4.2.
[eisers] leggen aan hun vordering ten grondslag dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Het uitgevoerde werk voldoet niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Omdat [gedaagde] haar verplichtingen niet nakwam is zij in verzuim geraakt. [eisers] maken nu aanspraak op vervangende schadevergoeding en op vergoeding van de kosten die zij hebben moeten maken ter vaststelling van de schade en de aansprakelijkheid.
4.3.
[gedaagde] voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eisers], met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers] in de kosten van deze procedure.
4.4.
[gedaagde] voert daarbij – samengevat – het volgende aan. De in het geding gebrachte rapporten moeten ter zijde worden geschoven gezien het lange tijdsverloop tussen oplevering in 2017 en de rapporten van 2021 en omdat er geen hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden. Als de rapporten al tot uitgangspunt mogen en kunnen dienen, dan zijn de aanspraken van [eisers] verjaard op grond van de op de overeenkomst van toepassing verklaarde algemene voorwaarden, ook al omdat de woning in 2017 is opgeleverd. Als [gedaagde] zich niet op het betreffende artikel in de algemene voorwaarden kan beroepen, dan geldt dat alle aanspraken van [eisers] zijn verjaard voor zover die zien op gebreken die niet genoemd zijn in de ingebrekestelling van 2 juli 2019. Voor zover het verjaringsverweer niet slaagt, is [gedaagde] ten aanzien van een aantal van de gestelde gebreken niet in verzuim, omdat zij daarvoor niet in gebreke is gesteld. Om die reden kan voor die gebreken geen vervangende schadevergoeding worden gevorderd. Ten slotte hebben [eisers] niet voldaan aan hun schadebeperkingsplicht, omdat zij gedurende de tussenliggende periode geen maatregelen hebben getroffen ten aanzien van de gebreken. De gevorderde expertisekosten kunnen niet worden toegewezen, omdat het bedrag aan vervangende schadevergoeding in het uiterste geval niet of nauwelijks hoger zal zijn dan die kosten. Ook zijn er allerlei gebreken beoordeeld waarvoor [gedaagde] niet aansprakelijk kan zijn. Daarmee was het onderzoek onnodig omvangrijk. Ook waren [eisers] verzekerd voor rechtsbijstand zodat de expertisekosten voor hen geen schade zijn, aldus nog steeds [gedaagde].
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Verjaring
5.1.
[gedaagde] voert als meest verstrekkende verweer dat de vordering van [eisers] tot vergoeding van schade verjaard is. Zij verwijst naar artikel 8.3 van de AV. Daarin staat – kort gezegd – dat elke vordering tot schadevergoeding na verloop van één jaar na oplevering verjaart, tenzij het gaat om een gebrek binnen de risicosfeer van opdrachtnemer ([gedaagde]), of zijn onderaannemer en de opdrachtgever (hier: [eisers]), het gebrek redelijkerwijs niet eerder had kunnen onderkennen en de opdrachtgever van dat gebrek binnen redelijke termijn na ontdekking mededeling heeft gedaan.
5.2.
Dit beroep van [gedaagde] op de verjaringsregeling in haar algemene voorwaarden slaagt niet. Los van de vraag of en zo ja, wanneer [gedaagde] het werk heeft opgeleverd, komt uit de door [eisers] overgelegde correspondentie voldoende naar voren dat het gaat om gebreken die [eisers] redelijkerwijs niet eerder hadden kunnen onderkennen. Ook komt daaruit voldoende naar voren dat [eisers] steeds binnen een redelijke termijn na ontdekking mededeling hebben gedaan van door hen ontdekte gebreken. De rechtbank wijst er in dit kader (bij wijze van voorbeeld) op dat [eisers] al met een e-mail van 27 november 2017 aan [gedaagde] (zie r.o. 3.9) heeft meegedeeld dat de door [gedaagde] ingeschakelde installateur het liet afweten en dat de elektra niet goed was aangelegd. Met een bericht van 9 januari 2018 hebben [eisers] [gedaagde] meegedeeld dat het aan haar en haar onderaannemers is om een goed functionerend (warmtepomp)systeem op te leveren. [gedaagde] heeft weliswaar aangevoerd dat het overgrote deel van de klachten niet binnen een (of twee) jaar na oplevering aan haar is meegedeeld, maar zelfs als dat zo zou zijn, zegt dat niets over tijd tussen het moment dat [eisers] het gebrek redelijkerwijs hadden kunnen onderkennen en de mededeling daarvan aan [gedaagde]. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het hier gaat om gebreken die vallen onder de uitzondering van artikel 8.3. van de AV. Daarbij volgt [gedaagde] niet in haar stelling dat [eisers] na een dergelijke tijdige melding de verjaring steeds binnen een jaar (opnieuw) hadden moeten stuiten. Artikel 8.3. van de AV zegt niets over verjaring van tijdig gemelde verborgen gebreken.
5.3.
Voor het geval de rechtbank oordeelt dat de vorderingen van [eisers] niet al verjaard zijn op grond van de AV, voert [gedaagde] aan dat de vordering van [eisers] op grond van de wet in ieder geval verjaard is voor zover zij ziet op gebreken die [eisers] niet al in de brief van 2 juli 2019 heeft genoemd. De rechtbank volgt [gedaagde] niet in deze stelling.
5.4.
Artikel 7:761 BW bepaalt dat elke rechtsvordering wegens een gebrek in het opgeleverde werk verjaart door verloop van twee jaren nadat de opdrachtgever ter zake heeft geprotesteerd. Voorwaarde voor deze verjaring is dat het gaat om een opgeleverd werk. Daarvan is hier naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Bij de mondelinge behandeling hebben [eisers] gezegd dat zij in augustus 2017 in de woning zijn getrokken omdat zij geen andere mogelijkheden hadden. [gedaagde] heeft dit niet betwist. Ook is duidelijk dat [eisers] toen en in de periode daarna diverse malen hebben aangedrongen op afronding van de werkzaamheden en/of oplevering (zie r.o. 3.9). Een afspraak daarvoor voor vrijdag 20 oktober 2017 is niet doorgegaan doordat [gedaagde] niet kwam. Met een e-mail van 30 augustus 2018 heeft [gedaagde] aan haar werkvoorbereider gezegd een opleverlijst naar [eisers] mee te nemen zodat de klus afgerond zou zijn. In diezelfde e-mail heeft [gedaagde] gezegd dat de onderaannemers rechtstreeks met [eisers] zullen opleveren. Hieruit komt naar voren dat ook [gedaagde] in augustus 2018 van mening was dat nog niet was opgeleverd. Niet gesteld of gebleken is dat na deze e-mail alsnog opgeleverd is. Gelet daarop geldt de wettelijke verjaringstermijn van vijf jaar. [1]
5.5.
[eisers] hebben in de periode van november 2017 tot en met augustus 2018 geprotesteerd over de problemen met de elektra, de schuifdeur, het energieverbruik en/of de koelfunctie van de warmtepomp, de scheur in de keukenwand, de rioollucht, de waterdruk van de douche op de eerste verdieping, de handdoekradiator en de elektra. Met de ingebrekestelling van 2 juli 2019 hebben [eisers] de verjaring van de vorderingen die op deze punten zien gestuit, met uitzondering van de elektra die in de brief van 2 juli 2019 niet is genoemd. Daarmee is voor de wel genoemde punten een nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar gaan lopen. [2] Binnen deze termijn van vijf jaar hebben [eisers] voor deze punten de verjaring opnieuw gestuit met hun brief van 12 augustus 2020. In deze brief houden [eisers] zich ondubbelzinnig hun recht op nakoming voor en worden daarbij uitdrukkelijk ook de problemen met de elektra, de niet goed sluitende keukendeur en data-aansluiting genoemd. Omdat er nog geen vijf jaar verstreken waren nadat de werkzaamheden werden verricht, werd daarmee voor al deze punten de verjaring (weer) gestuit zodat een nieuwe termijn van vijf jaar ging lopen. Nog los van het feit dat [eisers] de verjaring daarna nog tweemaal hebben gestuit, is de dagvaarding binnen vijf jaar na de brief van 12 augustus 2020 uitgebracht. Daarmee staat vast dat de vordering van [eisers] niet verjaard is voor zover zij ziet op punten die in de brief van 12 augustus 2020 zijn aangehaald.
5.6.
De overige punten – scheurvorming in de betonnen vloer, scheurvorming rondom trapgat in garderobe, washok, hal en achter de houtkachel en de data-aansluiting boven – zijn niet eerder dan met het rapport van 26 april 2022 onder de aandacht van [gedaagde] gebracht. Toen waren echter nog geen vijf jaar verstreken na de werkzaamheden, zodat de vordering over deze punten evenmin verjaard is.
Verzuim
5.7.
Een partij die aanspraak maakt op schadevergoeding of (gedeeltelijke) ontbinding moet stellen en zo nodig bewijzen dat sprake is van verzuim. [eisers] stellen dat [gedaagde] in verzuim is, omdat zij haar in gebreke hebben gesteld. Met de brieven van 2 juli 2019 en 12 augustus 2020 hebben [eisers] [gedaagde] in gebreke gesteld, met die laatste voor de problemen met de schuifdeur, het energieverbruik en de koelfunctie van de warmtepomp/CV/vloerverdeler, de scheur in de keukenwand, de rioollucht, de waterdruk van de douche op de eerste verdieping, de handdoekradiator, de geplaatste elektra, de data-aansluiting beneden en de niet goed sluitende keukendeur. [eisers] hebben [gedaagde] echter geen termijn gesteld om de in het rapport genoemde scheuren in de gietvloer en de muren (anders dan de keukenwand), de lekkages en de dataverbinding op de eerste verdieping te maken. [gedaagde] is daarom voor die gestelde gebreken niet in verzuim.
5.8.
Verzuim is een wettelijke vereiste voor schadevergoeding als door [eisers] gevorderd. Gelet daarop komt de vordering van [eisers] niet voor toewijzing in aanmerking voor zover zij ziet op kosten voor herstel van de in het rapport genoemde scheuren in de gietvloer en de muren (anders dan de keukenwand), de lekkages en de dataverbinding op de eerste verdieping.
Is sprake van gebreken?
5.9.
De rechtbank is van oordeel dat de overige in het rapport genoemde punten inderdaad moeten worden aangemerkt als gebreken. [eisers] hebben naar het oordeel van de rechtbank de gebreken voldoende onderbouwd. De bevindingen in het door hen ingebrachte rapport, die veelal ook worden ondersteund door bij het rapport gevoegde foto’s, worden door [gedaagde] alleen in algemene zin en onvoldoende gemotiveerd betwist.
5.10.
De rechtbank kan niet uitsluiten dat er rond de afspraken over het bijwonen door [gedaagde] van de inspectie op 8 april 2021 enige miscommunicatie is geweest. Waar [gedaagde] mogelijk heeft aangenomen dat zij in het geheel niet welkom was, hebben [eisers] mogelijk bedoeld dat [gedaagde] vanwege corona niet met meer dan één persoon aanwezig mocht zijn. Wat daar ook van zij, [gedaagde] heeft in deze procedure de gelegenheid heeft gehad om nader in te gaan op de geconstateerde gebreken. Dat heeft zij niet of niet voldoende gedaan, terwijl dat wel op haar weg had gelegen, temeer omdat de bevindingen van het rapport in hoge mate overeenkomen met de klachten die [eisers] eerder bij [gedaagde] kenbaar hebben gemaakt. De rechtbank gaat daarbij voorbij aan het verweer van [gedaagde] dat de koelfunctie van de warmtepompinstallatie geen onderdeel van de opdracht was. Deze functie is opgenomen in de werkomschrijving bij de geaccepteerde offerte.
5.11.
Omdat [eisers] (voor de gebreken waar het hierom gaat) veelal al vanaf het begin dat zij in de woning zijn gaan wonen zie r.o. 3.7 en 3.9) consequent hebben geklaagd, ligt het bovendien niet voor de hand dat het hier gaat om gebreken die alleen door tijdsverloop zijn ontstaan. Daarbij komt uit het rapport naar voren dat in ieder geval de problemen met betrekking tot de schuifdeur, het energieverbruik en de koelfunctie van de warmtepomp, de scheur in de keukenwand, de rioollucht, de waterdruk van de douche op de eerste verdieping, de handdoekradiator en de data-aansluiting beneden voortkomen uit een onjuiste aanleg. De rechtbank merkt deze zaken daarom aan als gebreken in de uitvoering van de aannemingsovereenkomst.
5.12.
Omdat [gedaagde] voor deze gebreken in verzuim is en [eisers] aan [gedaagde] hebben meegedeeld dat zij schadevergoeding in plaats van nakoming vorderen, is [gedaagde] gehouden de schade die [eisers] daardoor lijden te vergoeden. Omdat [gedaagde] de hoogte van de schade niet onderbouwd betwist, zal de rechtbank de te vergoeden schade vaststellen overeenkomstig de voor vergoeding in aanmerking komende posten van het rapport. Daarbij geldt de volgende uitzondering. De posten stukadoren en sauzen/schilderen bevatten ook werkzaamheden die niet zien op herstel van de gebreken waarvan de schade moet worden vergoed. Zo komt het herstel van de muren anders dan de keuken-/achterwand niet voor vergoeding in aanmerking. Daarom heeft de rechtbank de posten stukadoren en sauzen/schilderen in afwijking van het rapport elk begroot op 0,5 mandag. De werkzaamheden behorend bij de toe te wijzen herstelkosten beslaan 4,5 mandag. Daarom zullen van de 10 gevorderde dagen aan parkeerkosten er 4,5 worden toegewezen.
5.13.
Dat betekent dat de volgende posten (inclusief btw) voor toewijzing gereed liggen, waarbij de volgorde is aangehouden van de raming in de rapporten:
  • € 880,00 controleberekening achterwand begane grond/keuken
  • € 1.220,00 verwijderen achterwand begane grond/keuken en herstel constructie
(2 mandagen)
  • € 590,00 schuifdeur vervangen en rail monteren (0,5 mandag)
  • € 237,00 stukadoren achterwand keuken incl. materiaal (0,5 mandag)
  • € 267,00 schilderen achterwand keuken en schuifdeur incl. materiaal
(0,5 mandag)
  • € 157,50 parkeerkosten (4,5 dag)
  • € 300,00 waterdruk douche verbeteren
  • € 520,00 rioollucht terras verhelpen
  • € 75,00 nieuwe connector datakabel ten behoeve van woonkamer
  • € 1.360,00 schakeling lichtpunten aanpassen, inbouwdozen, aansluitdeksels
  • € 860,00 werking warmtepomp verbeteren
  • € 1.540,00handdoekradiator vervangen
  • € 8.006,50 (totaal)
Tussenconclusie
5.14.
Het vorenstaande leidt er toe dat [gedaagde] in beginsel een bedrag van € 8.006,50 aan vervangende schadevergoeding / herstelkosten aan [eisers] moet betalen. Dit is anders als [eisers], zoals [gedaagde] aanvoert, niet hebben voldaan aan hun verplichting de schade te beperken voor zover dit redelijkerwijze van hen kan worden verlangd. [3]
Schadebeperkingsplicht
5.15.
[gedaagde] voert aan dat het bedrag aan vervangende schadevergoeding verminderd moet worden, omdat [eisers] niet hebben voldaan aan de op hen rustende schadebeperkingsplicht. Dit verweer slaagt niet, omdat [gedaagde] niet althans onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit volgt dat de omvang van de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan [eisers] moet worden toegerekend. [gedaagde] heeft onvoldoende onderbouwd welke maatregelen [eisers] hadden kunnen/moeten treffen om de schade te beperken. Ook is niet gebleken dat de schade is verergerd doordat [eisers] geen schadebeperkende maatregelen hebben getroffen. De enkele stelling dat het aannemelijk is dat gebreken bij niet ingrijpen zullen verergeren is daarvoor in elk geval niet voldoende. [gedaagde] heeft haar verwijt aan [eisers] alleen concreet gemaakt op het punt van het kromtrekken van de schuifdeur boven. Voor zover zij daarbij aanvoert dat de deur niet krom zou zijn getrokken als de losgekomen geleider eerder zou zijn hersteld heeft zij dit, in het licht van de overweging dat de kromming ook een gevolg kan zijn van het gebruikte materiaal, niet voldoende onderbouwd.
Wettelijke rente
5.16.
De gevorderde wettelijke rente over het toe te wijzen deel van de gevorderde hoofdsom is toewijsbaar per 12 augustus 2020.
Kosten expertise onderzoek
5.17.
[eisers] vorderen vergoeding van de kosten van het rapport (€ 4.596,49). Zij hebben ter onderbouwing de factuur van ZNEB overgelegd, waarin ook de kosten van het onderzoek door T-AdCo zijn opgenomen. Zoals hiervoor overwogen (zie r.o. 5.10 en 5.11) volgt de rechtbank [gedaagde] niet in haar standpunt dat de rapportages buiten beschouwing moeten worden gelaten. De kosten komen daarom, voor zover dat redelijke kosten zijn ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, voor vergoeding in aanmerking.
5.18.
[gedaagde] voert echter terecht aan dat bepaalde gebreken zijn onderzocht waar zij niet voor aansprakelijk is. Gelet op de verhouding tussen de omvang van de gebreken waarvoor [gedaagde] een vergoeding moet betalen en de gebreken waarvoor aansprakelijkheid van [gedaagde] niet aan de orde is, acht de rechtbank een bedrag van € 546,00 voor het rapport van ZNEB en € 1.900,00 voor het rapport van T-AdCo redelijk en dus toewijsbaar, in totaal een bedrag van € 2.446,00.
5.19.
De omstandigheid dat de rechtsbijstandsverzekeraar de expertisekosten voor nu voor haar rekening heeft genomen, staat niet in de weg aan toewijzing van redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. In de polisvoorwaarden van een rechtsbijstandsverzekeraar is veelal opgenomen dat de verzekeraar de kosten slechts dekt voor zover die kosten niet kunnen worden verhaald of door derden worden vergoed. In dit geval is verhaal (in ieder geval deels) mogelijk, zodat de kosten van de rapportage in beginsel voor rekening van [eisers] komen en zij aanspraak kunnen maken op vergoeding van het hiervoor genoemde deel van de gemaakte kosten.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.20.
[eisers] vorderen vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Het verweer van [gedaagde] dat het sturen van een enkele brief onvoldoende is slaagt niet. [gedaagde] is immers geen consument. In dat geval is voldoende dat is gesteld en onderbouwd dat incassohandelingen zijn verricht. Voor de verschuldigdheid van de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet relevant
welkeincassohandelingen zijn verricht, zodat in beginsel een enkele brief voldoende is. Vaststaat dat (de rechtsbijstandsverzekeraar van) [eisers] in deze diverse brieven aan [gedaagde] hebben gezonden, waarin zij [eisers] hebben aangesproken tot nakoming van zijn verplichtingen. In de brief van 29 juli 2022 is [gedaagde] gesommeerd om over te gaan tot betaling van € 20,521,-. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 980,21 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 775,33 bij € 8.006,50 in hoofdsom. De rechtbank wijst daarom € 775,33 toe.
5.21.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
8.006,50
- kosten expertiseonderzoek
- buitengerechtelijke incassokosten
2.446,00
775,33
+
totaal
11.227,83
- betalingen
0,00
-/-
Totaal
11.227,83
Proceskosten
5.22.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eisers] worden begroot op:
- kosten van dagvaarding
132,42
- griffierecht
608,00
- salaris advocaat
1.042,00
(2,00 punten × € 521,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.960,42
5.23.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 8.006,50, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW dit bedrag, met ingang van 12 augustus 2020, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 2.446,00 aan expertisekosten,
6.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 775,33 aan buitengerechtelijke incassokosten,
6.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.960,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. Hoogkamer en in het openbaar uitgesproken op
5 juni 2024.
1621

Voetnoten

1.Artikel 3:310 lid 1 BW
2.Artikel 3:319 lid 1 jo. lid 2 BW
3.Dit volgt uit artikel 6:101 BW.