In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en Stichting Spaarnesant. De zaak betreft een incident waarbij een bal, gespeeld door een leerling van openbare basisschool De Kring, vanaf het schoolplein tegen de auto van [eiseres] is gekomen. [Eiseres] vorderde schadevergoeding van Spaarnesant, het bevoegd gezag van de school, op grond van onrechtmatige daad. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een onrechtmatige daad van de school of de toezichthoudende leerkracht. De rechter concludeerde dat het toezicht op het schoolplein voldoende was en dat het spelen met een bal op een schoolplein niet in strijd is met de maatschappelijke zorgvuldigheid. De kantonrechter wees de vordering tot schadevergoeding af, maar oordeelde dat Spaarnesant wel verplicht was om de NAW-gegevens van de ouders van de leerling te verstrekken, zodat [eiseres] mogelijk schade kan verhalen. De rechter motiveerde deze beslissing aan de hand van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarbij het rechtmatig belang van [eiseres] om de gegevens te verkrijgen zwaarder woog dan de privacybelangen van de ouders. Spaarnesant werd veroordeeld tot het verstrekken van de gegevens en moest de proceskosten betalen.