Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Intermaris
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert Stichting Intermaris de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van [gedaagde 1] vanwege een huurachterstand en verwaarlozing van de tuin. De kantonrechter heeft op 15 mei 2024 uitspraak gedaan in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar. De vordering van Intermaris is afgewezen. De zaak begon met een dagvaarding op 8 juni 2023, waarin Intermaris [gedaagde 1] aanklaagde wegens een huurachterstand van twee maanden. Gedurende de procedure zijn er verschillende stukken ingediend en zijn er zittingen geweest. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] onder bewind is gesteld en dat zijn bewindvoerder, [gedaagde 2], hem vertegenwoordigt in deze procedure. Intermaris had een betalingsregeling getroffen met [gedaagde 1], maar voerde aan dat er geen sprake was van goed huurderschap omdat de tuin niet in acceptabele staat was. Tijdens de zitting heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vordering tot ontbinding niet kon worden toegewezen, omdat Intermaris onvoldoende bewijs had geleverd dat er sprake was van een tekortkoming die ontbinding rechtvaardigde. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vordering van Intermaris moet worden afgewezen en dat iedere partij zijn eigen proceskosten moet dragen.