ECLI:NL:RBNHO:2024:5379
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van geregistreerd partnerschap met convenant en ouderschapsplan
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2024, betreft het de ontbinding van een geregistreerd partnerschap tussen een vrouw en een man. Het geregistreerd partnerschap is aangegaan op een niet gespecificeerde datum te een niet gespecificeerde plaats. Partijen hebben een minderjarig kind, geboren op een niet gespecificeerde datum te een niet gespecificeerde plaats. De vrouw heeft op 14 juli 2023 een verzoekschrift ingediend tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap, met bijlagen. De man heeft op 4 oktober 2023 een verweerschrift ingediend, tevens als zelfstandig verzoek, met bijlagen. Er zijn meerdere F-formulieren ingediend door beide advocaten in de periode van december 2023 tot januari 2024.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het geregistreerd partnerschap duurzaam is ontwricht, wat door beide partijen is erkend. De rechtbank heeft het verzoek tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap toegewezen. Daarnaast hebben partijen een regeling getroffen, die is vastgelegd in een convenant en ouderschapsplan, welke aan de beschikking zijn gehecht. De overige verzoeken van de vrouw zijn ingetrokken, evenals de overige verzoeken van de man, waardoor hier niet verder op behoeft te worden beslist.
In de beslissing spreekt de rechtbank de ontbinding van het geregistreerd partnerschap uit en bepaalt dat het convenant en ouderschapsplan deel uitmaken van de beschikking. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. J. Leertouwer. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.