Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
van het leven te beroven zich heeft/hebben begeven naar de woning ([adres 2]) van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], waarna verdachte en/of verdachtes mededader(s) -conform tevoren gemaakte afspraak- (een) brandende zogenaamde molotovcocktail(s)/brandbom(men), in de (voor)tuin van voornoemde woning heeft/hebben gelegd en/of (vervolgens) door een kapot gegooide/geslagen ruit van voornoemde woning naar binnen heeft/hebben gegooid/gebracht, waarbij/waarna die brandende molotovcocktail(s)/brandbom(men) is/zijn beland op/tegen een
(voor)deur en/of een raam en/of in de keuken van die de woning, ten gevolge waarvan in en/of voor die woning brand is ontstaan, terwijl die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of het kleinkind van die [slachtoffer 2] in die woning aanwezig was/waren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 20 september 2023 (dossierpagina’s B001 tot en met B004);
- het proces-verbaal van aangifte d.d. 13 oktober 2023 door [slachtoffer 2] (dossierpagina’s B008 tot en met B012);
- het proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2023 door [slachtoffer 4] (dossierpagina’s B043 tot en met B044);
- het proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2023 door [slachtoffer 3] (dossierpagina’s B045 tot en met B047);
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2023 (dossierpagina’s A095 tot en met A100);
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2023 (dossierpagina’s B029 tot en met B035);
- het proces-verbaal van aangifte d.d. 14 september 2023 door [slachtoffer 5] (dossierpagina’s 001 tot en met 004);
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 september 2023 (dossierpagina’s 019 tot en met 023).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.De in beslag genomen goederen
8.Vorderingen benadeelde partijen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
VIERENTWINTIG (24) MAANDEN.
twee (2) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
- zich meldt binnen drie werkdagen na het ingaan van zijn proeftijd bij de Reclassering Nederland het adres Wibautstraat 12 te Amsterdam. Betrokkene blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
- zich laat begeleiden en behandelen door FACT (Inforsa) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra zijn proeftijd ingaat. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
- verblijft in een nader door de reclassering te bepalen begeleid woonplek of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zodra zijn proeftijd ingaat. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
- zich inzet voor het vinden en behouden van een structurele dagbesteding, zoals een opleiding en/of werk.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- een telefoontoestel
- een computer
- twee aanstekers
- een fles
- een handdoek
- drie plastic tassen van het merk Vomar
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 20.000,-bestaande uit € 12.500,- als vergoeding voor de materiële en € 7.500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
135 dagenindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 Sv niet mogelijk blijkt.
[slachtoffer 3]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.500,- bestaande uit € 2.500,- als vergoeding voor de materiële en € 5.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 3] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 7.500,-en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt de duur van de gijzeling op maximaal
72 dagenindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 Sv niet mogelijk blijkt.
[slachtoffer 4]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.500,- bestaande uit € 2.500,- als vergoeding voor de materiële en € 5.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 4] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 7.500,-en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt de duur van de gijzeling op maximaal
72 dagenindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 Sv niet mogelijk blijkt.
[slachtoffer 7]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.000,- bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 7], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 5.000,-en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt de duur van de gijzeling op maximaal
60 dagenindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 Sv niet mogelijk blijkt.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.500,- bestaande uit € 2.500,- als vergoeding voor de materiële en € 5.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 7.500,-en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt de duur van de gijzeling op maximaal
72 dagenindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 Sv niet mogelijk blijkt.
[slachtoffer 5]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 5], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 5.000,-en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt de duur van de gijzeling op maximaal
60 dagenindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 Sv niet mogelijk blijkt.
[slachtoffer 6]geleden schade tot een bedrag van
€ 6.000,- bestaande uit € 1.000,- als vergoeding voor de materiële en € 5.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 6], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 6.000,-en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt de duur van de gijzeling op maximaal
65 dagenindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 Sv niet mogelijk blijkt.