ECLI:NL:RBNHO:2024:5290
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering ongerechtvaardigde verrijking door projectontwikkelaar na faillissement aannemer
In deze civiele zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 29 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Betsema Bouwgroep B.V. en Meerwaarde Projecten B.V. Betsema, de eisende partij, had een vordering ingesteld op grond van ongerechtvaardigde verrijking, nadat de aannemer BBG B.V. failliet was verklaard. Betsema stelde dat Meerwaarde ongerechtvaardigd was verrijkt omdat de aannemer meer bouwwerkzaamheden had verricht dan er door Meerwaarde was betaald. De curator van de failliete aannemer had de vordering op Meerwaarde aan Betsema overgedragen. De rechtbank heeft de vordering van Betsema afgewezen, omdat de aannemingsovereenkomsten tussen Meerwaarde en BBG een uitsluiting van vorderingen uit ongerechtvaardigde verrijking bevatten. De rechtbank oordeelde dat de termijnen voor betaling pas opeisbaar zijn na voltooiing van de bouwfase, en dat er geen recht op vergoeding bestaat voor niet-voltooide werkzaamheden. Betsema werd veroordeeld in de proceskosten van Meerwaarde, die zijn begroot op € 11.343,-.