Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 juni 2024 in de zaak tussen
[eiser] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
27 maart 2023 zijn alle ontbrekende stukken door verweerder ontvangen. Op 29 maart 2023 heeft eiseres gereageerd op het standpunt van verweerder.
Verweerder herroept het primaire voor wat betreft de bouwactiviteit, maar de weigering van de vergunning voor de activiteit strijdig gebruik met verbetering van de motivering blijft in stand. Verweerder betrekt in het bestreden besluit de planaanpassing bij de beoordeling van de aanvraag, maar komt tot de conclusie dat het bouwplan ook met de planaanpassing niet vergunningvrij voor wat betreft het voorgenomen gebruik.
Wet- en regelgeving
Overgangsrecht
Beoordeling door de rechtbank
Ook stellen eisers dat één van de bijbehorende bouwwerken op het voorerf is verwijderd en dat dit zou blijken uit de situatietekening van juni 2023. Daardoor is geen sprake meer van strijd met artikel 50.2.2, onder g, van de planregels, dat bepaalt dat niet meer dan twee bijbehorende bouwwerken op een perceel mogen staan. Er is ook geen sprake meer van strijd met artikel 50.2.2, onder h, omdat het totale oppervlakte van de bijbehorende gebouwen niet meer bedraagt dan 100 m2. Ter zitting hebben eisers nog aangevoerd dat ook geen strijd is met de bouwregels uit het bestemmingsplan, omdat de twee bestaande bijgebouwen zullen worden gesloopt. Dit blijkt ook uit de aanvraag, aldus eisers.
een bijbehorend bouwwerk dat met minimaal één van de gevels tegen één of meer gevels van een ander gebouw, niet zijnde een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, is gebouwd, op een zodanige wijze dat een rechtstreekse, voor mensen toegankelijke, interne verbinding tussen beide gebouwen mogelijk is. In onderhavig geval is geen van de gevels tegen het hoofdgebouw aangebouwd en is sprake van een verbinding door een glazen corridor. Deze glazen corridor is een ondergeschikt bouwdeel en leidt niet tot een rechtstreekse interne verbinding. De glazen corridor kan zelf ook niet worden aangemerkt als een gevel. Het begrip ‘gevel’ is niet gedefinieerd in het bestemmingsplan en ook de toelichting van het bestemmingsplan geeft geen duidelijkheid. Dat betekent dat aansluiting gezocht moet worden bij het normale spraakgebruik. De Van Dale definieert het begrip ‘gevel’ als:
buitenmuur van een gebouw. De glazen corridor die het bijbehorende bouwwerk en de woning met elkaar verbindt, is niet aan te merken als buitenmuur. Het bijbehorende bouwwerk heeft zelf vier buitenmuren. Via een opening in één van die vier muren kan de corridor betreden worden, maar de corridor zelf wordt daardoor geen onderdeel van die buitenmuur. De corridor vormt vanuit bouwkundig oogpunt een afzonderlijk en ondergeschikt onderdeel van het bouwplan, en is niet aan te merken als buitenmuur. Het begrip ‘ondergeschikt bouwdeel’ is in het bestemmingsplan ook niet gedefinieerd. Wel is de definitie af te leiden uit artikel 2.2 van de planregels. In dit artikel is bepaald dat de bouwhoogte van een bouwwerk wordt berekend vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen,
zoalsschoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat de corridor naar zijn aard gelijkgesteld kan worden met de in artikel 2.2 van de planregels genoemde bouwonderdelen zoals schoorstenen en antennes. [6] De corridor staat functioneel ten dienste van de panden op het perceel, zoals ook bij schoorstenen en antennes het geval is. De corridor dient enkel ter overdekte verbinding tussen de bouwwerken. Ook zonder de corridor zouden beide bouwwerken onveranderd kunnen functioneren. Al het voorgaande heeft tot gevolg dat van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk geen sprake is, waardoor het bouwplan is aan te merken als een vrijstaand bijbehorend bouwwerk.