In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 29 mei 2024 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, waarbij ook de zorgregeling voor hun minderjarige kinderen aan de orde was. De man en de vrouw zijn gehuwd op een niet gespecificeerde datum en hebben twee minderjarige kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen.
De rechtbank heeft de zorgregeling voor de minderjarige [de minderjarige 1] vastgesteld, waarbij deze om de week bij de vader en de moeder verblijft. De minderjarige heeft in een brief haar wens geuit om langer bij de vrouw te verblijven, wat tijdens de zitting is besproken. De rechtbank heeft partijen de gelegenheid gegeven om hierover te overleggen en heeft besloten dat een definitieve beslissing in het belang van de minderjarige is, om zo meer duidelijkheid en rust te bieden.
De rechtbank heeft ook benadrukt dat het van groot belang is dat de ouders werken aan hun onderlinge verstandhouding en communicatie, gezien de negatieve impact die spanningen tussen ouders op de kinderen kunnen hebben. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen.