In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, is de kantonrechter J.H. Gisolf op 23 mei 2024 tot de conclusie gekomen dat de bewindvoerders van betrokkene, [bewindvoerder 1] en [bewindvoerder 2], ambtshalve ontslagen dienen te worden. Dit besluit is genomen naar aanleiding van herhaaldelijke tekortkomingen in het indienen van de vereiste boedelbeschrijving en rekening en verantwoording. De bewindvoerders hebben niet gereageerd op meerdere herinneringen van de griffier en zijn niet in staat gebleken om een deugdelijke boedelbeschrijving in te dienen, ondanks uitstel en verzoeken om dit alsnog te doen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerders zonder toestemming van de kantonrechter geld hebben geleend van betrokkene, wat een bijkomende reden voor ontslag vormt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2023 heeft [bewindvoerder 1] verklaard dat hij van betrokkene een bedrag van € 1.500,00 heeft geleend, wat de situatie verder compliceert. De kantonrechter heeft besloten om H.R. Roorda-Muijs en R. Roorda, h.o.d.n. Roorda Bewindvoering, te benoemen als opvolgend bewindvoerders. De beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de nieuwe bewindvoerders is vastgesteld op € 621,00 (exclusief btw). De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.