In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 april 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de heropening van de vereffening van de ontbonden rechtspersoon Leisure Facility B.V. Verzoekster, Lowietje Beheer B.V., is schuldeiser van Leisure en heeft verzocht om heropening van de vereffening op grond van artikel 2:23c van het Burgerlijk Wetboek, omdat er na de ontbinding van Leisure een bate is gebleken. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 maart 2024 hebben vertegenwoordigers van Lowietje, [naam 2] Holding B.V. en Jamie Werkt B.V. hun standpunten toegelicht. Lowietje heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder een geldleningsovereenkomst en bankoverschrijvingen, waaruit blijkt dat zij schuldeiser is van Leisure. Daarnaast heeft Lowietje omzetcijfers overgelegd die aantonen dat er na de ontbinding van Leisure nog baten aanwezig zijn. De rechtbank oordeelt dat Lowietje voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een bate en dat de heropening van de vereffening noodzakelijk is. Het verzoek wordt toegewezen, maar de rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af, omdat Leisure geen partij is in deze procedure. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.