ECLI:NL:RBNHO:2024:5061

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
23 mei 2024
Zaaknummer
C/15/350599 / HA ZA 24-166
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekzaak met afwijzing van vorderingen tegen gedaagde sub 1 en toewijzing van vorderingen tegen Ouwersloot Kerkhoven B.V.

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Noord-Holland, heeft eiser een vordering ingesteld tegen gedaagde sub 1 en de besloten vennootschap Ouwersloot Kerkhoven B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde sub 1 niet is verschenen en verstek is verleend. Eiser vorderde onder andere een verklaring voor recht dat gedaagden tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst van opdracht en aansprakelijk zijn voor de door eiser geleden schade. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen tegen gedaagde sub 1 ongegrond zijn, omdat deze geen contractspartij was bij de overeenkomst van opdracht en onvoldoende bewijs is geleverd voor persoonlijke aansprakelijkheid. De vorderingen tegen Ouwersloot Kerkhoven B.V. zijn daarentegen toegewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat deze vennootschap tekort is geschoten in haar verplichtingen. De rechtbank heeft Ouwersloot Kerkhoven B.V. veroordeeld in de proceskosten en de wettelijke rente over het toegewezen bedrag. Het vonnis is uitgesproken op 24 april 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/350599 / HA ZA 24-166
Vonnis van 24 april 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat mr. C.I.M. Molenaar te Volendam,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OUWERSLOOT KERKHOVEN B.V.,
gevestigd te Schagen,
hierna gezamenlijk: [gedaagden] en ieder afzonderlijk [gedaagde sub 1] en Ouwersloot,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 13 maart 2024 met producties,
  • het tegen [gedaagden] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
[eiser] eist - samengevat - dat de rechtbank, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat [gedaagden] te kort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst van opdracht jegens [eiser] c.q. niet hebben gehandeld met de zorgvuldigheid die een behoorlijk accountant betaamt en dientengevolge aansprakelijk zijn voor de door [eiser] daardoor geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
II. [gedaagden] veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank stelt vast dat [gedaagden] niet zijn verschenen in de procedure en daarom geen verweer hebben gevoerd. Tegen hen is verstek verleend. De rechtbank dient de vorderingen van [eiser] toe te wijzen, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomen. [1]
Ten aanzien van [gedaagde sub 1]
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat de vorderingen in het geval van [gedaagde sub 1] ongegrond zijn, omdat de gestelde juridische en feitelijke grondslagen de vorderingen niet kunnen dragen. De rechtbank licht dit als volgt toe.
3.2.1.
In het onderhavige geval gaat het om de vraag of [gedaagden] toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht, of dat [gedaagden] niet hebben gehandeld met de zorgvuldigheid die een behoorlijk accountant betaamt.
Vaststaat dat de overeenkomst van opdracht is gesloten tussen [eiser] en Ouwersloot, zodat [gedaagde sub 1] geen contractspartij bij die overeenkomst is. [gedaagde sub 1] was hooguit hulppersoon bij de uitvoering van de overeenkomst, maar hiertoe heeft [eiser] onvoldoende gesteld. Tot een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst zal [gedaagde sub 1] daarom niet worden veroordeeld.
3.2.2.
Dat [gedaagde sub 1] daarnaast persoonlijk aansprakelijk zou zijn voor onzorgvuldig handelen, terwijl hij in dienst was bij Ouwersloot, is bovendien niet in te zien. Ook daartoe heeft [eiser] onvoldoende gesteld, zodat de rechtbank ook die vordering niet zal toewijzen.
3.3.
De conclusie is dan ook dat de vorderingen ten aanzien van [gedaagde sub 1] zullen worden afgewezen.
Ten aanzien van Ouwersloot
3.4.
Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
3.5.
De termijn voor het vermeerderen van de kosten van deze procedure en de nakosten met de wettelijke rente, wordt bepaald op veertien dagen na betekening van het vonnis.
3.6.
Ouwersloot Kerkhoven B.V. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 143,17
- griffierecht 320,00
- salaris advocaat
614,00(1 punt × tarief € 614,00)
Totaal € 1.077,17
3.7.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
verklaart voor recht dat Ouwersloot Kerkhoven B.V. te kort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst van opdracht jegens [eiser] c.q. niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die een behoorlijk accountant betaamt en dientengevolge aansprakelijk is voor de door [eiser] daardoor geleden schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
4.2.
veroordeelt Ouwersloot Kerkhoven B.V. in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.077,17, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
4.3.
veroordeelt Ouwersloot Kerkhoven B.V. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 178,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Ouwersloot Kerkhoven B.V. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
4.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 3.2 en 3.3 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2024. [2]

Voetnoten

1.Artikel 139 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
2.type: AFS