Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 4.
Opgaven door verkoper
Totaal
(…) Gegeven de verschillende definities van ‘parkbijdrage’ alsmede gelet op de discrepantie tussen de koopovereenkomst, de leveringsakte en de facturen als het gaat om doorberekening van kosten, is thans niet duidelijk voor welke diensten cliënt nu betaalt en hoeveel hij betaalt.
In de eerste plaats bericht ik u hierbij dat ik thans naast de heer [naam 2] ook mevrouw [naam 3] bijsta. (…) Volledigheidshalve merk ik op dat ook mevrouw [naam 3] uw cliënte meermaals om verstrekking van specificaties van de doorberekende kosten heeft verzocht, maar dat uw cliënte de gevraagd informatie nooit heeft verstrekt. De vordering tot verstrekking van informatie zal ik dan ook mede namens haar instellen.”
(…) Uw cliënten willen inzicht in de financiële situatie van cliënte, maar de grondslag hiervoor ontbreekt. Cliënte zal hier daarom geen gevolg aangeven.”
Zie hieronder en hierbij. Cliënte heeft bijgaand haar reactie op uw brief en een toelichting gegeven en daarnaast de nodige bijlagen gestuurd ter toelichting van de diverse kosten. Ook wordt in sommige bijlagen toegelicht welke kosten niet inzichtelijk gemaakt kunnen worden.”
Westomij heeft gelet op het voorgaande nog niet alle vragen (voldoende) beantwoord. Ik verzoek uw cliënte om een aanvullende toelichting c.q. verstrekking van de onderliggende facturen. (…) Daarnaast moet worden vastgesteld dat bepaalde kosten dubbel in rekening worden gebracht, (…).”
3.Het geschil
primair: voor recht verklaart dat de leden van [de VvE] niet gerechtigd zijn om hun abonnement c.q. financiële bijdrage voor kabel en internet op te zeggen voor de duur van vijf jaar na het in deze zaak te wijzen vonnis;
subsidiair: voor recht verklaart dat de leden van [de VvE] hun abonnement c.q. financiële bijdrage voor kabel TV en internet ieder jaar mogen opzeggen voor 30 november (tegen de einddatum van 31 december) en voor 31 mei (tegen de einddatum van 30 juni);
primair en subsidiair: [de VvE] veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis een e-mailoproep te schrijven aan al haar leden waarin zij de leden aanzegt om de verplichting uit het door de rechtbank te wijzen vonnis aangaande een opzegverbod, dan wel een correcte toepassing van juiste opzegtermijnen in acht te nemen, onder verzending van een afschrift van deze oproep en aanzegging aan Westomij, onder last van een dwangsom;