In deze zaak vordert de verhuurder, Stichting Parteon, in kort geding de ontruiming van een huurwoning van de gedaagde, omdat er harddrugs in de woning zijn aangetroffen. De kantonrechter heeft op 13 mei 2024 uitspraak gedaan. De verhuurder stelt dat de huurovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden vanwege de sluiting van de woning door de burgemeester van Zaanstad op grond van de Opiumwet. De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat de aangetroffen hoeveelheid harddrugs ontruiming rechtvaardigt. De kantonrechter oordeelt dat de verhuurder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de gedaagde in strijd heeft gehandeld met de huurovereenkomst door harddrugs in de woning te hebben. De kantonrechter overweegt dat de ontruiming een ingrijpende maatregel is, maar dat het belang van de verhuurder om op te treden tegen illegale activiteiten zwaarder weegt dan het woonbelang van de gedaagde. De kantonrechter wijst de vordering tot ontruiming toe, met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast wordt de gedaagde veroordeeld tot betaling van huurachterstand en een dwangsom bij niet-naleving van de ontruiming.