Op 21 mei 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers, eigenaren van een pand in [plaats 2], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon. Het college had in 2021 een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van een bedrijfspand aan [straat 1] [nummer 1] in [plaats 2] als woning. Echter, na heroverweging heeft het college deze vergunning herroepen en geweigerd, wat leidde tot een beroep van eisers. De rechtbank heeft eerder in een uitspraak (HAA 22/1340) geoordeeld dat de beslissing van het college onzorgvuldig was voorbereid en het college opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen. In de nieuwe beslissing op bezwaar van 7 september 2023 heeft het college opnieuw de omgevingsvergunning herroepen en geweigerd, met de motivering dat er geen goed woon- en leefklimaat gegarandeerd kon worden, gezien de nabijheid van een bedrijfsloods.
Eisers betogen dat de bestaande woningen aan [straat 1] [nummer 2] en [nummer 8] als maatgevend moeten worden beschouwd voor de milieubelasting van de bedrijfsloods, en dat de beoogde woning geen extra belemmering vormt voor de bedrijfsvoering. De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende heeft onderbouwd dat de beoogde woning niet kan voldoen aan de eisen voor een goed woon- en leefklimaat. De rechtbank concludeert dat de beoogde woning niet extra belemmerend is voor de bedrijfsvoering van de bedrijven in de bedrijfsloods en dat de beslissing van het college ondeugdelijk gemotiveerd is. Het beroep van eisers wordt gegrond verklaard, het bestreden besluit wordt vernietigd en het college moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen.