(1) Fish fillets.
For the purposes of this heading the term
fish filletsmeans the strips of meat cut parallel to the backbone of the fish and constituting the right or left side of a fish insofar as the head, guts, fins (dorsal, anal, caudal, ventral, pectoral) and bones (spinal column or main backbone, ventral or costal bones, branchial bone or stapes, etc.) have been removed and the two sides are not joined together, for example by the back or belly.
The classification of these products is not affected by the possible presence of the skin, sometimes left attached to the fillet to hold it together or to facilitate subsequent slicing. Classification is similarly unaffected by the presence of pin bones or other minor bones which may not have been completely removed.
Fillets cut in pieces are also classified as fillets in this heading.
Cooked fillets, and fillets merely covered with batter or bread crumbs, whether or not frozen, are classified in
heading 16.04.
(2)
Other fish meat(whether or not minced), i.e., fish meat from which the bones
have been removed. As in the case of fish fillets, classification of fish meat is
unaffected by the presence of minor bones which may not have been completely removed.”
14. De aanvullende aantekening 2 op hoofdstuk 3 van de GN luidt – voor zover van belang – als volgt:
“2. Voor de toepassing van de in de derde alinea vermelde GN-onderverdelingen omvat de benaming „filet” ook „loins”, dat wil zeggen de repen vlees die de boven- of onder-, linker- of rechterhelft van een vis vormen, voor zover de kop, de ingewanden, de vinnen (rugvinnen, aarsvinnen, staartvinnen, buikvinnen, borstvinnen) en de graten (ruggengraat of wervelkolom, zijgraten of ribben, kieuwboog of kieuwstraal, enz.) zijn verwijderd.
De indeling van deze producten als filets wijzigt niet als zij in stukken worden gesneden, op voorwaarde dat kan worden vastgesteld dat deze stukken van filets zijn verkregen.
De bepalingen van de eerste twee alinea's gelden voor de volgende vissen:
( a) tonijn (van het geslacht Thunnus) van GN-onderverdelingen 0304 49 90 en 0304 87 00;
15. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof van Justitie), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie onder meer Hof van Justitie 26 april 2017, C-51/16, Stryker EMEA Supply Chain Services BV, ECLI:EU:C:2017:298, punt 39 en 45). De inhoud van GS- en GN- toelichtingen moet in overeenstemming zijn met de GN-bepalingen en mag de strekking daarvan niet wijzigen. Toelichtingen moeten, indien zij in strijd blijken met de tekst van de GN-posten en de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken, terzijde worden geschoven (zie onder meer Hof van Justitie 26 november 2015, C-44/15 Duval GmbH & Co, KG., ECLI:EU:C:2015:783, punt 24).
16. De rechtbank stelt voorop dat het aan verweerder is om aannemelijk te maken dat tuna steak en tuna saku dienen te worden ingedeeld als bevroren tonijnfilets onder GN-onderverdeling 0304 87 00, omdat verweerder van de aangiftes wenst af te wijken.
17. Wat betreft de objectieve kenmerken en eigenschappen van tuna steak en tuna saku is tussen partijen niet in geschil dat deze producten geen ingewanden, vinnen en graten hebben. Voorts is de tekening van de visfederatie niet in geschil, zoals hieronder weergegeven.
Uit deze tekening blijkt dat saku wordt verkregen van de bovenkant van de tonijn tussen de nek en de steaks/chunks (in de tekening aangeduid als B en C)
De steak wordt verkregen van zowel de boven- als de onderkant van de tonijn. Aan de bovenkant bevindt de steak zich tussen de saku en de cubes. Aan de onderkant grenst de steak aan de nek en de cubes aan de voorzijde en aan de achterzijde aan de cubes (in de tekening aangeduid als E).
18. Gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van de bevroren saku en steak, is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de omschrijving van filet in GN-onderverdeling 0304 87 00, die is uitgewerkt in de aanvullende aantekening 2 op hoofdstuk 3 van de GN. In deze aantekening staat vermeld dat onder meer voor tonijn met GN-onderverdeling 0304 87 00 geldt dat de benaming „filet” ook „loins” omvat, dat wil zeggen de repen vlees die de boven- of onder-, linker- of rechterhelft van een vis vormen, voor zover de kop, de ingewanden, de vinnen (rugvinnen, aarsvinnen, staartvinnen, buikvinnen, borstvinnen) en de graten (ruggengraat of wervelkolom, zijgraten of ribben, kieuwboog of kieuwstraal, enz.) zijn verwijderd. De in de aangiftes als steaks benoemde ingevoerde stukken tonijn zijn, gelet op de tekening van de visfederatie, afkomstig uit de repen vlees die de boven of onderkant van de vis vormen waarvan de kop, de ingewanden, de vinnen en de graten zijn verwijderd. De manier waarop de stukken zijn gesneden, is, anders dan eiseres stelt, niet van belang. Zoals uit rechtsoverweging 2.5.5. van de uitspraak van de Hoge Raad van 8 november 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1710) volgt moet de aanvullende aantekening 2 op hoofdstuk 3 van de GN zo worden uitgelegd dat deze niet een bepaalde volgorde van snijden van het vlees van de vis inhoudt. Ook in post 0304 van het GS wordt niet uitdrukkelijk een snijvolgorde bepaald. De indeling van de producten steak en saku als filet wijzigt voorts niet als zij in stukken worden gesneden. 19. Gelet op het voorgaande heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan zijn bewijslast dat de door eiseres in de aangiftes als bevroren steak benoemde tuna saku en tuna steak dienen te worden ingedeeld als bevroren tonijnfilets onder GN-onderverdeling 0304 87 00.
20. Eiseres heeft ter zitting aangevoerd en toegelicht dat de door haar geïmporteerde steak bestaat uit andere delen van de tonijn, dan uit de delen B, C en E, zoals deze zijn opgenomen in de hiervoor opgenomen tekening van de visfederatie. Eiseres heeft toegelicht dat vlees uit de delen B, C en E duur is en haar consumenten verzoeken om goedkopere tonijnstukken uit bijvoorbeeld de kop of de nek. Deze stukken worden, zo stelde zij, ook als “steak” ingekocht en doorverkocht. Eiseres heeft ter onderbouwing daarvan foto’s overgelegd (productie 9 aan haar zijde) van de wangen en van de kaak. Eiseres heeft toegelicht dat er geen specificaties worden gegeven bij de aankoop van vis. Er wordt soms gevraagd om steaks van 110 gram, waarbij het niet uitmaakt uit welk deel van de vis het afkomstig is. Soms zijn deze stukken gereconstrueerd uit meerdere stukken vis, afkomstig van meerdere plekken van de vis. In het onderhavige geval is geen sprake van gereconstrueerde vis, dat kan worden afgeleid uit de factuur, waar geen exacte gewichten worden genoemd, maar bandbreedtes. De tekening van de visfederatie als hiervoor weergegeven is slechts een commerciële tekening waar verweerder een eigen interpretatie aan heeft gegeven, aldus eiseres.
21. Met deze stelling en toelichting heeft eiseres naar het ordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat zij in afwijking van de omschrijving in haar aangiftes en de in het dossier aanwezig factuur, begrepen conform door haar geaccepteerde tekening van de visfederatie delen van de kop en kaak van de tonijn heeft ingevoerd.
Daarbij acht de rechtbank van belang dat eiseres in de aangiftes zelf onder omschrijving van het product “steak” heeft vermeld. Met het enkel overleggen van foto’s van de kaak en de wangen, heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat deze delen zijn ingevoerd in plaats van steak of saku, zoals deze delen zijn toegelicht in de tekening van de visfederatie. Ook kan eiseres, zonder nadere onderbouwing met stukken, niet gevolgd worden in haar stelling dat de aangegeven vis gedeeltelijk uit de kop nek of cubes afkomstig is omdat er geen specificaties worden gegeven bij de aankoop van vis. Dat niet bekend zou zijn welke stukken van de tonijn worden ingevoerd, acht de rechtbank niet geloofwaardig, mede gelet op de niet weersproken stelling van eiseres ter zitting dat vlees uit de kop van de vis minder waard is.
Uit voornoemde tekening van de visfederatie volgt dat tuna saku en tuna steak niet afkomstig zijn van andere delen van de tonijn zoals de kop, nek of cubes (in de tekening aangeduid met F, G of H). De tekening is tussen partijen niet in geschil. Dat de tekening slechts commercieel is en verweerder daar een eigen interpretatie aan geeft, volgt de rechtbank niet. De tekening is in overleg met de vishandel tot stand gekomen en is opgenomen in het werkdocument van het Comité Douanewetboek tarief- en statistieknomenclatuur van 3 september 2013. Daar waar eiseres de tekening en de daar in opgenomen indeling heeft aanvaard, kan zij zonder nadere onderbouwing niet worden gevolgd in het daarmee strijdige standpunt dat de ingevoerde steaks ook kunnen bestaan uit delen van de wangen en de kaak.
22. Eiseres beroept zich voorts op een in het verleden gehanteerd gewichtscriterium. Daarbij heeft zij onder meer verwezen naar een e-mail van [persoon 5] , medewerker douane, die aan eiseres is doorgestuurd door [persoon 6] op 21 januari 2015 waarin is opgenomen: “Pieces with a weight of more than 1 kg are classified as fillet (so called “loins” and “chunks”).” Behalve dat het hier ‘oude’ informatie betreft, waarna bovendien in hetzelfde document is vermeld dat ‘het gewichtscriterium strandde op bezwaren vanuit de Europese Commissie en daarom niet verder is verwerkt’, is de rechtbank van oordeel dat een gewichtscriterium niet aan de orde is nu immers in de post/postonderverdeling daarvan geen sprake is en ook in de aanvullende aantekening 2 op hoofdstuk 3 van de GN geen gewichtscriterium is opgenomen, zodat zowel grote als kleine stukken tonijn als filet kwalificeren, als deze voldoen aan de omschrijving van filet. De indeling van deze producten als filets wijzigt namelijk niet als zij in stukken worden gesneden.
23. Eiseres beroept zich op gewekt vertrouwen en stelt dat [persoon 7] (controlemedewerker) aanvankelijk het standpunt innam dat dices en steak wel ingedeeld kunnen worden onder GN-onderverdeling 0304 99 99, waarbij eiseres verwijst naar haar productie 5, terwijl [persoon 8] aangeeft dat zij vindt dat dices en steak als filets ingedeeld moeten worden, zoals volgt uit productie 6 aan de zijde van eiseres.
24. De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet kan worden gevolgd in haar standpunt dat zij aan een mededeling van een douanemedewerker het vertrouwen kan ontlenen dat zij juiste aangiftes doet, die aan het opleggen van een utb in de weg staan. Verweerder kan worden gevolgd in zijn standpunt dat in het op deze zaak van toepassing zijnde Douanewetboek van de Unie (hierna: DWU) niet is voorzien in de mogelijkheid om af te zien van belastingheffing op grond van een gecodificeerd vertrouwensbeginsel. Het douanerecht kent weliswaar een vertrouwensbeginsel als genoemd in artikel 119 van het DWU, maar dat is van toepassing indien een verzoek is gedaan om terugbetaling of om kwijtschelding. Nu in deze procedure de utb ter beoordeling voorligt en geen beschikking op de voet van artikel 119 van het DWU, komt de rechtbank aan een beoordeling van het vertrouwensbeginsel als bedoeld in dat artikel niet toe.
Voor zover eiseres ter zitting een beroep heeft gedaan op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur brengt de rechtbank in herinnering dat in het douanerecht geoordeeld wordt op basis van het DWU, waardoor deze beginselen slechts een rol spelen voor zover zij in het DWU en de daarmee samenhangende Europese regelgeving zijn verankerd.
25. Eiseres heeft ter onderbouwing van haar standpunt verwezen naar drie Franse bti’s.
Twee bti’s zijn afgegeven op 13 april 2015 en een bti is afgegeven op 15 februari 2023.
26. De rechtbank is van oordeel dat een beroep op de twee bti’s, afgegeven op 13 april 2015 met een geldigheid van drie jaren, reeds niet kan slagen omdat deze ten tijde van het doen van aangiftes waren verlopen. Voorts heeft verweerder navraag gedaan bij de Franse douane. De Franse douane specificeerde dat het ging om delen van de tonijn die in stukjes worden gesneden en vervolgens worden gereconstrueerd in de vorm van een biefstuk van ongeveer 120 gram, voordat ze worden ingevroren. Op het fiche is ook vermeld dat de visdelen niet alleen worden verkregen van de repen vlees die als filet kwalificeren, maar worden verkregen uit de gehele vis. Eiseres heeft dit niet weersproken. Gelet daarop zijn de objectieve kenmerken en eigenschappen van die goederen niet vergelijkbaar met de objectieve kenmerken en eigenschappen van de goederen die in geschil zijn. Een beroep op deze bti’s kan ook daarom niet slagen.
Wat betreft de bti die is afgegeven op 15 februari 2023, gaat het bij de omschrijving van de goederen om vlees van de tonijn, met uitzondering van visfilets, opnieuw samengesteld in de vorm van bevroren biefstuk van ongeveer 120 g. Nu er bij “Keywords” vermeld staat: “Head” en bij de omschrijving vermeld staat “autre que les filets du poison, reconstituée sous forme de steak”, gaat het bij deze bti om visdelen die niet zijn verkregen van de repen vlees die als filet kwalificeren. In dat geval is indeling onder GN-onderverdeling 0304 9999 juist. Gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van de goederen die zijn ingedeeld in deze bti, zijn deze niet vergelijkbaar met de objectieve kenmerken en eigenschappen van de goederen die in geschil zijn. Het beroep op deze bti kan daarom niet slagen.
27. Gelet op hetgeen onder punten 6 en 7 is overwogen, dient het beroep gegrond te worden verklaard en dient de utb te worden vernietigd voor zover het tuna dice betreft. Gelet op de factuur ziet een bedrag van $ 29.227,50 op tuna dice. Dit is de douanewaarde. Verweerder heeft ter zitting meegedeeld dat hij het bedrag aan douanerechten waarmee de utb dient te worden verminderd zal berekenen aan de hand van de douanewaarde.
Proceskosten en griffierecht
28. Er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.
29. De rechtbank ziet in het voorgaande aanleiding verweerder op te dragen het door eiseres betaalde griffierecht van € 360 te vergoeden.