Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 april 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
project het aanleggen van een inrit”.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 24 april 2024 uitspraak gedaan over de omgevingsvergunning die in 2021 door het college van burgemeester en wethouders van Purmerend is verleend voor een uitweg aan de achterzijde van Reigerpark 34. Eiser, eigenaar van een nabijgelegen woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, omdat hij meent dat hierdoor openbare parkeerplaatsen verloren gaan. De rechtbank heeft eerder in 2022 geoordeeld dat het college een nieuwe beslissing op het bezwaar van eiser moest nemen, omdat de eerdere beslissing onvoldoende gemotiveerd was. In het bestreden besluit van 6 april 2023 heeft het college de vergunning opnieuw verleend, waarbij het stelde dat er geen openbare parkeerplaatsen verloren gaan door de vergunde uitweg.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat het college terecht heeft geoordeeld dat er geen weigeringsgronden uit de Algemene plaatselijke verordening (APV) van toepassing zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de garages van de woningen aan het hofje bereikbaar moeten zijn, en dat er geen ruimte is voor openbare parkeerplaatsen aan de zijde van de vergunde uitweg. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser verworpen en het beroep ongegrond verklaard, waardoor de uitwegvergunning in stand blijft. De uitspraak benadrukt de gebonden bevoegdheid van het college bij het verlenen van omgevingsvergunningen en de noodzaak om te voldoen aan de geldende wet- en regelgeving.