ECLI:NL:RBNHO:2024:4748

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 april 2024
Publicatiedatum
14 mei 2024
Zaaknummer
AWB - 24 _ 1497
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van een besluit tot woningsluiting op verzoek van een kwetsbare huurder met verslavingsproblematiek

Op 25 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland in Haarlem uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die tegen het besluit van de burgemeester van Haarlem had geageerd. De burgemeester had op 17 april 2024 besloten om de woning van verzoeker voor de duur van 12 maanden te sluiten, na een bestuurlijke rapportage van de politie waarin ernstige bezorgdheid werd geuit over de veiligheid in de omgeving van de woning. Verzoeker, die een Wajong-uitkering ontvangt en kampt met een niet-aangeboren hersenaandoening en verslavingsproblematiek, heeft zijn woning al 25 jaar gehuurd van Pre Wonen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot schorsing van het besluit toegewezen, waarbij hij de persoonlijke omstandigheden van verzoeker, het eerdere voornemen van de burgemeester om met een last onder dwangsom te volstaan, en het feit dat er in de tussenliggende periode geen incidenten zijn gemeld, in overweging heeft genomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het risico dat verzoeker verder zou afglijden als zijn woning gesloten zou worden, niet denkbeeldig is. Hij heeft de burgemeester aangespoord om de bezwaarprocedure te benutten om adviezen van de hulpverlening te betrekken in de heroverweging van het besluit.

De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van zijn proceskosten, die door de burgemeester moet worden betaald. De totale vergoeding is vastgesteld op € 1.750,-. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 24/1497
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 april 2024 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. C.G.J.E. Lut),
en

de burgemeester van de gemeente Haarlem

(gemachtigden: mr. R. Braeken en drs. J.A.M. Lubbers).

Als derde-partij neemt aan de zaak deel: Pre Wonen uit Haarlem (Pre Wonen)

(gemachtigde: mr. D. de Vries).

Inleiding

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen het besluit van de burgemeester van 17 april 2024 om woning van verzoeker voor de duur van 12 maanden te sluiten.
De burgemeester heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, de gemachtigden van de burgemeester en namens Pre Wonen [naam 3] en de gemachtigde. Tevens waren aanwezig [naam 1] en [naam 2] (medewerkers van de gemeente Haarlem).
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. De politie heeft op 23 augustus 2023 een bestuurlijke rapportage aan de burgemeester gezonden, waarin staat dat er op [datum] een instap is gedaan in de woning van verzoeker ( [adres] te [plaats] ). Verzoeker is daarbij aangehouden. In de woning en de berging zijn onder ander een imitatievuurwapen, een gas/alarmvuurwapen, vuurwerk (cobra 6 en shell), een bruin blok van 732,63 gram (naar later bleek:) TNT en 122,5 gram amfetamine aangetroffen. De politie meldt verder dat verzoeker meerdere antecedenten heeft op het gebied van de wet wapens en munitie en harddrugsgebruiker is. In combinatie met de aangetroffen goederen is hij volgens de politie een bijzonder groot gevaar voor de omgeving.
3. Op 3 november 2023 heeft de burgemeester verzoeker meegedeeld voornemens te zijn hem een last onder dwangsom op te leggen.
4. Op 24 januari 2024 heeft de politie een aanvullende bestuurlijke rapportage aan de burgemeester gezonden. Daarin staat dat op verzoek van de gemeente Haarlem een buurtonderzoek is verricht, met als doel om van de buurtbewoners te horen of zij zich veilig voelen in het complex en of zij verder overlast ervaren van verzoeker. Dat blijkt volgens de rapportage het geval te zijn, genoemd worden onder meer geluidsoverlast, bezoek van ‘ongure’ types en stankoverlast.
5. Op 1 februari 2024 heeft de burgemeester verzoeker een gewijzigd voornemen gestuurd. Daarin staat dat de burgemeester voornemens is de woning voor de duur van 12 maanden te sluiten. Gemachtigde van verzoeker heeft daarop een zienswijze ingediend. Vervolgens heeft de burgemeester het bestreden besluit genomen.
6. De voorzieningenrechter stelt voorop dat, gelet op de geldende jurisprudentie, de gevonden hoeveelheid amfetamine in de woning van verzoeker (meer dan 100 gram) op zichzelf voldoende is voor de bevoegdheid van de burgemeester de woning van verzoeker te sluiten. De burgemeester heeft echter in eerste instantie gemeend te kunnen volstaan met een last onder dwangsom. Eerst nadat – op verzoek van de gemeente – in januari 2024 aanvullend een buurtonderzoek is verricht, waarvan alleen een summiere samenvatting is vermeld in de bestuurlijke rapportage, heeft de burgemeester besloten over te gaan tot woningsluiting en wel voor de duur van 12 maanden. Uit deze rapportage wordt niet duidelijk over welke incidenten zou zijn gesproken noch in welke periode deze zouden hebben plaatsgevonden noch of dit rechtstreeks aan verzoeker is te relateren. Wel is vermeld dat een aantal bewoners vindt dat hij erg vriendelijk is.
7. In het geval van verzoeker gaat het om een “zeer kwetsbare persoon” met een Wajong-uitkering. Als gevolg van een verkeersongeval heeft verzoeker een niet aangeboren hersenaandoening (NAH), waardoor hij beperkingen heeft. Hij is nadien drugsverslaafd geraakt. Verzoeker wordt begeleid door Fivoor en door de Reclassering. Deze begeleiders hebben, zo is ter zitting van de zijde van de burgemeester verklaard, te kennen gegeven dat het in hun visie het beste is als verzoeker zijn woning behoudt. Daarnaast heeft te gelden dat in de periode tussen de inval op 15 augustus 2023 en het bestreden besluit geen incidenten zijn gemeld met betrekking tot (de woning van) verzoeker. De politie heeft daarover niets vermeld en desgevraagd is daarover bij de burgemeester noch bij Pre Wonen niets bekend. De burgemeester heeft de voorzieningenrechter er niet van kunnen overtuigen dat de sluiting ruim 7 maanden na de inval thans noodzakelijk is. Daarbij komt nog dat verzoeker al 25 jaar huurder is van Pre Wonen. Naar aanleiding van de inval op 15 augustus 2023 heeft Pre Wonen (tot op heden) geen stappen ondernomen om te komen tot een ontbinding van de huurovereenkomst, terwijl de verhuurder bekend is met zijn verslavingsproblematiek.
8. De persoonlijke omstandigheden in samenhang bezien met het feit dat verzoeker begeleid wordt, het eerdere voornemen en de situatie dat in de tussenliggende periode geen incidenten zijn gemeld, leiden de voorzieningenrechter tot de conclusie dat aanleiding bestaat het besluit tot sluiting van de woning te schorsen. De voorzieningenrechter weegt daarbij mee dat het risico niet denkbeeldig is dat verzoeker snel (verder) af zal glijden, als de woning wordt gesloten en hij geen vaste plek meer heeft. Om die reden acht de voorzieningenrechter het aangewezen dat verweerder de bezwaarprocedure ook benut om informatie/adviezen van de hulpverlening te betrekken in de heroverweging.
9. De voorzieningenrechter houdt verzoeker nog voor dat de burgemeester kan vragen om opheffing van getroffen voorlopige voorziening in het geval verzoeker (strafbare) gedragingen begaat die (spoed)sluiting van de woning rechtvaardigen.

Conclusie en gevolgen

10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en treft de voorlopige voorziening dat het besluit van 17 april 2024 is geschorst tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar.
11. Verzoeker krijgt ook een vergoeding van zijn proceskosten. De burgemeester moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt verzoeker een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft het verzoekschrift ingediend en aan de zitting deelgenomen. Elke proceshandeling heeft een waarde van € 875,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.750,-. Omdat aan verzoeker een toevoeging is verleend, moet de burgemeester deze vergoeding betalen aan de gemachtigde.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- schorst het primaire besluit tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan verzoeker.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 april 2024 door mr. L.M. de Vries, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.H. Bosveld, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.