ECLI:NL:RBNHO:2024:4669
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Internationale rechtsmacht en administratieve boete in Lage Emissiezone
In deze zaak heeft de buitenlandse publiekrechtelijke rechtspersoon Stad Antwerpen een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet betalen van een administratieve boete van € 150,00. Deze boete was opgelegd omdat [gedaagde] op 22 juli 2022 met haar auto in een Lage Emissiezone van Stad Antwerpen was gereden, terwijl haar voertuig niet voldeed aan de emissienormen. De vordering is ingesteld bij dagvaarding op 8 november 2023, waarop [gedaagde] schriftelijk heeft geantwoord, maar Stad Antwerpen heeft niet meer gereageerd op het verweer van [gedaagde].
De kantonrechter heeft eerst de bevoegdheid beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft omdat [gedaagde] in Nederland woont. Vervolgens werd vastgesteld dat Belgisch recht van toepassing is, aangezien de onrechtmatige daad en de schade zich in België hebben voorgedaan. [gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd betwist, maar Stad Antwerpen heeft niet gereageerd op dit verweer. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen of de vordering deugdelijk was onderbouwd.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Stad Antwerpen afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De proceskosten zijn voor rekening van Stad Antwerpen, die ongelijk heeft gekregen, en de kosten voor [gedaagde] zijn begroot op nihil, aangezien zij zich niet door een gemachtigde heeft laten bijstaan. Het vonnis is uitgesproken door mr. P.J. Jansen op 18 april 2024.