Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
Ten overvloede
6.De beslissing
€ 136,71 wegens dagvaardingskosten,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 april 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een verhuurder, aangeduid als [eiser], en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De huurder had een woning gehuurd van de verhuurder met een huurovereenkomst die liep van 1 juli 2022 tot 1 juli 2024. De huurprijs bedroeg € 1.568,00 per maand, inclusief servicekosten. De huurder is sinds september 2023 in gebreke gebleven met de huurbetalingen, met een totale achterstand van € 10.244,00 tot en met maart 2024. De verhuurder heeft de huurder op 8 maart 2024 gedagvaard en vorderde ontruiming van de woning en betaling van de achterstallige huur.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 april 2024 heeft de huurder erkend dat er een huurachterstand is, maar gaf aan dat hij door omstandigheden niet in staat was om te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang voor de verhuurder, gezien de aanzienlijke huurachterstand. De rechter oordeelde dat de huurder tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst, wat de ontbinding van de overeenkomst in een bodemprocedure rechtvaardigt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot ontruiming kan worden toegewezen, omdat de huurder niet heeft aangetoond dat er uitzicht is op verbetering van zijn financiële situatie.
De kantonrechter heeft de huurder veroordeeld om de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en te verlaten, en om de achterstallige huur van € 10.244,00 te betalen. Daarnaast moet de huurder de huur blijven betalen tot de ontruiming heeft plaatsgevonden. De rechter heeft de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat de verhuurder geen aanmaning heeft overgelegd. De proceskosten zijn voor rekening van de huurder, die overwegend ongelijk heeft gekregen. De rechter heeft partijen aangeraden om in overleg te treden over een mogelijke regeling voor de huurachterstand.