ECLI:NL:RBNHO:2024:4510

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
10805533 \ CV EXPL 23-7576
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over waarborgsom en gaskosten na beëindiging huurrelatie

In deze zaak heeft eiseres, een huurster, een vordering ingesteld tegen gedaagde, de verhuurder, met betrekking tot de terugbetaling van een waarborgsom van € 7.200,00 na beëindiging van de huurrelatie op 31 januari 2023. Eiseres heeft de waarborgsom gedeeltelijk terugontvangen, maar gedaagde heeft een bedrag van € 6.500,00 ingehouden voor gas-, water- en elektriciteitskosten. Eiseres betwist deze inhouding en stelt dat gedaagde geen deugdelijke afrekening heeft verstrekt en dat de gaskosten onterecht zijn verrekend. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er geen gescheiden bemetering voor gas was, wat betekent dat gedaagde alleen een redelijke vergoeding voor de geleverde diensten kan vragen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat 65% van de gaskosten aan eiseres kan worden toegerekend, wat resulteert in een bedrag van € 2.384,47 dat gedaagde aan eiseres moet terugbetalen. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente en de proceskosten, omdat hij overwegend ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter A.H. Schotman op 24 april 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10805533 \ CV EXPL 23-7576
Uitspraakdatum: 24 april 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [plaats]
eiseres
hierna te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. B.P. van Overeem
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
hierna te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: [gemachtigde], dochter

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 14 november 2023 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Op 29 maart 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft per 1 februari 2022 van [gedaagde] woonruimte en kantoorruimte gehuurd gelegen aan het adres [adres] te [plaats]. De huurrelatie is per 31 januari 2023 beëindigd. [eiseres] heeft bij aanvang van de huur een waarborgsom betaald van in totaal € 7.200,00.
2.2.
In september 2022 heeft [eiseres] aan [gedaagde] een vraag gesteld over de gaskosten en de bemetering:
“Nog even een vraagje;
Ik zie in de meterkast 2 stroommeters en 1 gasmeter. Is deze gasmeter dan van mij? Waar zit dan die van jou?”
2.3.
In oktober 2022 heeft [gedaagde] aan [eiseres] bericht:
“(…) Ja alles staat op mijn naam. Jij hebt een aparte meter. Ik moet de gasrekening aan jou doorgeven.
(…)Die zit beneden. Maar ik ga helemaal van het gas af. Alles wordt beneden elektrisch warm gestookt.”
2.4.
Na het eindigen van de huurrelatie heeft [eiseres] aan [gedaagde] gevraagd om de waarborgsom terug te betalen.
2.5.
Per e-mail van 30 januari 2023 bericht [eiseres] aan [gedaagde]:
“(…) Afgelopen week heb je mij een klein gedeelte van de borg terug gestort en 6.500 euro ingehouden voor gas water en licht.
Dit is dus van mij afgenomen zonder dat ik daar een enkel bewijs van heb. Een klad blaadje met bedragen.
Omdat ik de gang van zaken niet vertrouwde heb ik contact opgenomen met liander, zij zeggen dat er al vanaf 2016 maar 1 gasmeter hangt. Niet op [nummer 1] maar op [nummer 2]. Dit betekent dat gas voor zowel [nummer 2] als [nummer 1] binnen kwam op die ene meter.(…)”
2.6.
Op 5 februari 2023 en op 7 februari 2023 heeft [eiseres] wederom verzocht en [gedaagde] gesommeerd om de waarborgsom terug te betalen en gevraagd om een afrekening van haar gas- en elektraverbruik.
2.7.
Per e-mail van 7 februari 2023 bericht [gedaagde] aan [eiseres]:
“(…) Ik heb geen officiële rekening. Alles is voor ledig transparant.
Zie foto’s.
Je hebt zelf gevraagd om alles op mijn naam te laten staan.
€ 6.500 : 12 mnd = € 540 per mnd valt reuze mee voor 160m2 enkel glas.(…)”
2.8.
[gedaagde] heeft een bedrag van € 705,41 aan waarborgsom terugbetaald.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 6.494,59, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 februari 2023. Daarnaast vordert zij veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] ten onrechte gaskosten in mindering heeft gebracht op de waarborgsom, omdat die vordering niet volgens de wettelijke regels is toegelicht en dus nog niet opeisbaar is. Subsidiair stelt [eiseres] dat [gedaagde] veel teveel gaskosten in rekening brengt, namelijk zowel de gaskosten van het appartement [adres] als van het appartement Spaarne [nummer 1] in mindering gebracht. Dit is onjuist. In ieder geval heeft [gedaagde] tot op heden geen deugdelijke afrekening van de gaskosten gemaakt.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] erkent de vordering gedeeltelijk. Hij voert daartoe aan dat [eiseres] nog recht heeft op een bedrag van € 1.052,40. Gelet op de hoogte van de gaskosten heeft [eiseres] geen recht op het resterende deel van de waarborgsom. Ter onderbouwing verwijst [gedaagde] naar onder meer de afrekeningen van de nutsbedrijven.

5.De beoordeling

5.1.
Tussen partijen is in geschil of [eiseres] recht heeft op de resterende waarborgsom van
€ 6.494,59.
5.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] aangegeven dat de elektriciteitskosten ter hoogte van € 1.668,53 en de kosten van het water ter hoogte van
€ 148,21 correct zijn. Partijen discussiëren thans over de gaskosten ter hoogte van
€ 3.528,27.
Gaskosten
5.3.
Vast staat dat geen sprake is van een gescheiden bemetering. Dat betekent dat de verhuurder slechts dat verbruik in rekening kan brengen dat als een redelijke vergoeding van de door de verhuur geleverde verstrekkingen kan worden beschouwd.
5.4.
[gedaagde] heeft betoogd dat het gasgebruik op de jaarafrekening geheel moet worden toegerekend aan het door [eiseres] gehuurde appartement. Er was weliswaar één meter waarop ook zijn appartement is aangesloten, maar hij nam geen gas af, omdat zijn appartement geheel elektrisch wordt verwarmd.
5.5.
Waar [gedaagde] het aan [eiseres] heeft doen voorkomen dat de aanwezige gasmeter exclusief gas levert aan het verhuurde appartement, moet worden vastgesteld dat hij dat in deze procedure niet heeft aangetoond. Sterker nog, de door [eiseres] vermelde uitlatingen in samenhang met het feit dat hij niet heeft betwist dat in zijn appartement radiatoren aanwezig zijn en de uitlating in een whatsapp-bericht van oktober 2022 dat hij van het gas af gaat, wekken twijfel aan de juistheid van die stelling.
5.6.
Dat betekent echter niet dat de gascomponent in de energierekening 50/50 moet worden gedeeld. Objectief gezien is een redelijke maatstaf voor verdeling er één op basis van vloeroppervlakte. Het verhuurde appartement is 160 m2 groot. Het appartement van [gedaagde] 35 m2. Dat zou betekenen dat 82% van het energieverbruik toerekenbaar is aan [eiseres] en 18% aan [gedaagde].
5.7.
Wanneer langs die lijnen zou worden afgerekend zou echter onvoldoende recht worden gedaan aan de bijzondere omstandigheden van deze casus. Die bestaan erin dat [eiseres] in de waan is gebracht en gehouden dat zij individueel bemeterd werd. Immers: nog in oktober 2022 is door [gedaagde] in een whatsappbericht een uitlating gedaan die door [eiseres] is opgevat en redelijkerwijs niet anders kon worden opgevat dan dat [gedaagde] een aparte gasmeter had. Dat heeft bij [eiseres] de indruk gewekt dat zij in een jaar waarin de energieprijzen de pan uitrezen sturings- en controlemiddelen had die zij in werkelijkheid niet had. Dat rechtvaardigt een bijstelling van de hiervoor vermelde objectieve verdeling.
5.8.
Met de ter zitting over en weer gemaakte opmerkingen over beperkt gebruik ([eiseres]: afwezigheid in verband met dienstreizen naar Curaçao en [gedaagde]: verbouwing) zal in die zin rekening worden gehouden dat zij tegen elkaar worden weggestreept.
5.9.
De kantonrechter is al met al van oordeel dat 65% van het bedrag in de jaarafrekening kan worden doorbelast aan [eiseres] en dat [gedaagde] de resterende 35% moet dragen.
5.10.
De gaskosten bedroegen € 3.528,27. Dit betekent dat [eiseres] € 2.293,38 aan gaskosten moet betalen en [gedaagde] € 1.234,89.
Waarborgsom
5.11.
[gedaagde] heeft een gedeelte van de waarborgsom terugbetaald. Thans staat nog een bedrag van € 6.494,59‬ open. Gelet op de kosten van gas, water en elektra ter hoogte van
€ 4.110,12‬ ( € 2.293,38 + € 1.668,53 + € 148,21) dient [gedaagde] nog een bedrag van
€ 2.384,47 (€ 6.494,59 - € 4.110,12)‬ aan [eiseres] terug te betalen. Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen.
Rente
5.12.
[gedaagde] heeft de gevorderde rente niet betwist, zodat dit deel van de vordering (eveneens) zal worden toegewezen.
Proceskosten
5.13.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat hij overwegend ongelijk krijgt. [gedaagde] meent dat hij niet in de proceskosten kan worden veroordeeld omdat de procedure voor hem onverwachts kwam, maar dit gaat niet op. Na het eindigen van de huurrelatie diende de waarborgsom terugbetaald te worden. Dit heeft [gedaagde] nagelaten. Gesteld noch gebleken is dat is afgesproken dat de waarborgsom zou worden verrekend met de kosten van gas, water en elektra. Bovendien zijn de diverse eindafrekeningen pas in deze procedure overgelegd.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van € 2.384,47, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 19 februari 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 129,85;
griffierecht € 244,00;
salaris gemachtigde € 408‬,00;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter