ECLI:NL:RBNHO:2024:4483

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
10818893 \ CV EXPL 23-5142
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over mondelinge afwijkende afspraak bij schriftelijke overeenkomst en stilzwijgende verlenging

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 17 april 2024, staat centraal of er een mondelinge afspraak is gemaakt die afwijkt van de schriftelijke overeenkomst tussen SiVO Media Group B.V. en de gedaagde. De schriftelijke overeenkomst vermeldt dat deze stilzwijgend wordt verlengd indien niet tijdig wordt opgezegd. De gedaagde stelt echter dat er een mondelinge afspraak is gemaakt voor een duur van 12 maanden, wat door hem is onderbouwd met een verklaring. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde voldoende heeft aangetoond dat de mondelinge afspraak is gemaakt en dat SiVO deze onvoldoende heeft betwist. Hierdoor wordt de vordering van SiVO, die betrekking heeft op betalingen na de afgesproken periode van 12 maanden, afgewezen. De proceskosten worden aan SiVO opgelegd, omdat zij in het ongelijk is gesteld. De uitspraak benadrukt het belang van de mondelinge afspraken die zijn gemaakt door een vertegenwoordiger van SiVO, en dat de gedaagde erop mocht vertrouwen dat deze afspraken geldig waren.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10818893 \ CV EXPL 23-5142
Uitspraakdatum: 17 april 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap SiVO Media Group B.V.
gevestigd te Heerhugowaard
eiseres
verder te noemen: SiVO
gemachtigde: K.W.A. van der Meer
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: H.H.R. Wijnschenk (Almere).
De zaak in het kort
Deze zaak gaat over de vraag of partijen een van de schriftelijke overeenkomst afwijkende mondelinge afspraak hebben gemaakt. In de schriftelijke overeenkomst staat dat de overeenkomst stilzwijgend wordt verlengd als deze niet wordt opgezegd. De gestelde afwijkende afspraak is dat een overeenkomst van 12 maanden is aangegaan en niet langer. Deze afwijkende afspraak is onderbouwd met een verklaring en vervolgens onvoldoende gemotiveerd betwist. Daarom wordt de vordering die betrekking heeft op termijnen die zien op de periode na 12 maanden afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
SiVO heeft bij dagvaarding van 22 november 2023 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Op 25 maart 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. SiVO heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting hebben SiVO en [gedaagde] bij e-mailbericht van 14 maart 2024 respectievelijk
12 december 2023 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft op 22 oktober 2021 een overeenkomst (hierna: de overeenkomst) voor de duur van 12 maanden met SiVO gesloten voor de levering van internetprestaties met een publicitair karakter bedoeld ter ondersteuning van de commerciële activiteiten van [gedaagde] . De ingangsdatum van deze overeenkomst was 22 oktober 2021. [gedaagde] was hiervoor aan SiVO een maandelijkse vergoeding verschuldigd van € 283,14 inclusief BTW.
2.2.
[gedaagde] heeft als Abonnee zijn handtekening geplaatst onder de volgende tekst in de overeenkomst: “
In twee exemplaren waarvan de Abonnee verklaart er één te hebben ontvangen, en SiVO Media group één.Gelezen en goedgekeurdvoor de 4 pagina’s van deze overeenkomst, omvattende 10 artikelen.”.
2.3.
In de overeenkomst is zowel in artikel 3 als 10.2.2 – met doorstreping van het voorgedrukte getal 24 – met pen vermeld dat deze is afgesloten voor de duur van 12 maanden. In artikel 2 van de overeenkomst staat dat de maandelijkse kosten voor [gedaagde]
€ 228,69 (inclusief BTW) bedragen, de eenmalige dossierkosten € 108,90 en een Google ADS maandbudget € 54,45.
2.4.
In artikel 10.1.4 van de overeenkomst is het volgende vermeld:
“Als er geen opzegging wordt aangekondigd door de ene partij aan de andere, uiterlijk drie maanden voor de einddatum van de overeenkomst, via een aangetekende brief met een ontvangstbevestiging, dan wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor een achtereenvolgende periode van telkens één jaar.”.
2.5.
Bij brief van 12 oktober 2022 van [gedaagde] aan SiVO bericht [gedaagde] onder meer het volgende:
“Nadat wij nogmaals en uitdrukkelijk kenbaar hebben gemaakt uitsluitend voor de duur van 12 maanden gebruik wensten te maken van uw diensten heeft [vertegenwoordiger van SiVO] dit andermaal bevestigd. Er waren absoluut géén adders onder het gras, vervolgens gingen wij akkoord door ondertekening.Inmiddels hebben wij begrepen dat [vertegenwoordiger van SiVO] niet meer bij uw werkzaam is.Nu horen wij van u dat het contract stilzwijgend zou zijn verlengd. Wij gaan daar niet mee akkoord en beroepen ons op de gemaakte afspraken van uw gevolmachtigde medewerker [vertegenwoordiger van SiVO] . Graag ontvangen wij binnen 5 werkdagen na dagtekening van dit schrijven uw schriftelijke bevestiging dat het contract per 31 oktober 2022 is beëindigd.”.
2.6.
Bij e-mailbericht van 28 oktober 2022 bericht SiVO [gedaagde] onder meer het volgende:
“U bent samen met SiVO Media group een duur overeenkomst aangegaan, waar u niet tussentijds bij kunt opzeggen, hiervoor heeft u, uw handtekening gezet, voor akkoord en gelezen. Waarin u samen met onze marketingadviseur de periode heeft aangepast naar een 12 maanden in plaats van de reguliere 24 maanden. Hiervoor heeft u tevens samen met onze marketings adviseur uw paraaf gezet op het voorblad waar de periode is aangepast. Als mede op het achterblad.”.
2.7.
SiVO heeft [gedaagde] vanaf 5 november 2022 tot en met 5 oktober 2023 maandelijks een factuur van € 283,14 toegestuurd, in totaal twaalf facturen tot een bedrag van € 3.397,68.
2.8.
SiVO heeft [gedaagde] diverse aanmaningen gezonden om tot betaling van deze facturen over te gaan. [gedaagde] heeft deze facturen onbetaald gelaten.

3.De vordering en het verweer

3.1.
SiVO vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 4.077,46.
Dit bedrag is opgebouwd uit voornoemde factuurbedragen van in totaal € 3.397,68, een bedrag aan wettelijke handelsrente tot 16 november 2023 van € 215,01 en een bedrag van
€ 464,77 aan buitengerechtelijke incassokosten. Ook vordert SiVO wettelijke handelsrente vanaf 16 november 2023 en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
SiVO legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst gehouden is aan SiVO te betalen een bedrag van € 3.397,68. Vanwege de wanbetaling van [gedaagde] maakt SiVO aanspraak op betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke handelsrente.
3.3.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat hij op 22 oktober 2021 met de vertegenwoordiger van SiVO uitdrukkelijk heeft afgesproken dat de duur van de overeenkomst 12 maanden was, niet langer. Er is volgens hem geen opzegtermijn van toepassing en hij wist evenals de vertegenwoordiger van SiVO niet dat in de overeenkomst iets over stilzwijgende verlenging van de overeenkomst stond, aldus [gedaagde] .

4.De beoordeling

4.1.
Tussen SiVO en [gedaagde] is in geschil de vraag of de tussen hen gesloten overeenkomst na 12 maanden met een jaar stilzwijgend is verlengd.
4.2.
[gedaagde] heeft door ondertekening van de overeenkomst verklaard kennis te hebben genomen van de voorwaarden en akkoord te gaan met de inhoud daarvan. Het is vervolgens aan hem om van de inhoud daarvan kennis te nemen en daarnaar te handelen. In de schriftelijke overeenkomst staat dat deze is aangegaan voor de duur van 12 maanden en vervolgens stilzwijgend wordt verlengd voor een achtereenvolgende periode van telkens één jaar, tenzij de overeenkomst is opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden voor de einddatum van de overeenkomst. [gedaagde] heeft de overeenkomst niet opgezegd. Wel heeft [gedaagde] op 12 oktober 2022 schriftelijk aan SiVO bezwaar gemaakt tegen voortzetting van de overeenkomst en heeft SiVO deze brief aangemerkt als een opzegging van de overeenkomst per 22 oktober 2023.
4.3.
[gedaagde] beroept zich op een van de schriftelijke overeenkomst afwijkende mondelinge afspraak op grond waarvan een overeenkomst voor de duur van 12 maanden is aangegaan en niet langer. Ter onderbouwing heeft [gedaagde] een verklaring overgelegd van [getuige] . Daarin staat dat [getuige] bij het gesprek tussen [gedaagde] en [vertegenwoordiger van SiVO] aanwezig was, dat de overeenkomst na 12 maanden automatisch afliep en als enige voorwaarde gold dat [gedaagde] potentiële klanten zou aanleveren. Volgens [getuige] heeft [vertegenwoordiger van SiVO] tijdens dit gesprek gezegd:
“U kunt na deze 12 maanden altijd nog beslissen of u wilt voortzetten door opnieuw een overeenkomst aan te gaan”en
“waarschijnlijk zal ik u voor het aflopen nog benaderen om te horen of u wilt voortzetten.”. Verder staat in de verklaring van [getuige] dat [gedaagde] uitdrukkelijk aangaf slechts voor de duur van 12 maanden in zee te willen gaan en dat hij akkoord was met het aanbod nadat [vertegenwoordiger van SiVO] de termijn in de overeenkomst liet zien van 12 maanden. Volgens [getuige] benadrukte [vertegenwoordiger van SiVO] dat er geen bijzonderheden of adders onder het gras zouden zijn.
Ten slotte staat in de verklaring van [getuige] dat [gedaagde] contact heeft opgenomen met
[vertegenwoordiger van SiVO] toen hem was gebleken dat de overeenkomst stilzwijgend is verlengd en dat
[vertegenwoordiger van SiVO] aangaf dat hij dit niet moedwillig heeft verzwegen maar de volledige inhoud van de overeenkomst niet kende en dat hij niet meer werkzaam was voor SiVO.
4.4.
Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagde] een exemplaar van de hiervoor genoemde verklaring van [getuige] overgelegd met een tweede handtekening en de met pen geschreven naam [vertegenwoordiger van SiVO] daarop en onderbouwd dat de verklaring door [vertegenwoordiger van SiVO] is ondertekend. SiVO heeft tijdens de zitting niet betwist dat de handtekening afkomstig is van [vertegenwoordiger van SiVO] en dat [vertegenwoordiger van SiVO] namens SiVO de overeenkomst met [gedaagde] heeft gesloten. Ook heeft SiVO de in de verklaring geschetste gang van zaken niet weersproken. Verder is van belang dat [vertegenwoordiger van SiVO] volgens SiVO goed uit dienst is gegaan.
4.5.
Uit de verklaring van [getuige] kan worden opgemaakt dat [gedaagde] op het woord [vertegenwoordiger van SiVO] heeft vertrouwd zonder de tekst van de overeenkomst te lezen en dat [vertegenwoordiger van SiVO] een aanbod heeft gedaan en de overeenkomst heeft gesloten zonder de inhoud van de overeenkomst op het punt van de opzegtermijn te noemen dan wel te kennen. Hoewel juist is dat de bepaling over de stilzwijgende verlenging op dezelfde pagina staat als de handtekening van [gedaagde] en ook deze bepaling eenvoudig had kunnen worden doorgehaald, hebben [gedaagde] , [getuige] en [vertegenwoordiger van SiVO] verklaard dat zij de bepaling niet kenden en heeft SiVO daar geen feiten of omstandigheden tegenover gesteld.
4.6.
SiVO heeft gewezen op een ondertekende prijscascade. Volgens SiVO moet de prijscascade worden ondertekend door de klant, in dit geval [gedaagde] , en staan daarin de voorwaarden en dienstverlening vermeld. Tijdens de zitting is echter gebleken dat de handtekening op de prijscascade niet van [gedaagde] maar van [vertegenwoordiger van SiVO] afkomstig is, zodat hieraan geen doorslaggevende betekenis kan worden gegeven.
4.7.
Ten slotte heeft SiVO gewezen op haar werkzaamheden na 12 maanden, maar dat is geen weerlegging van het standpunt van [gedaagde] dat partijen een afwijkende afspraak hebben gemaakt. Dat geldt ook voor het gegeven dat [gedaagde] in september 2022 contact had opgenomen met SiVo en had gevraagd of de overeenkomst was beëindigd. Daarvoor heeft [gedaagde] een aannemelijke verklaring gegeven, namelijk dat hij via Google negatieve recensies had gelezen over SiVO en hij daarom wilde verifiëren of de overeenkomst was beëindigd.
4.8.
De conclusie is dat SiVO het verweer van [gedaagde] dat partijen in afwijking van de tekst van de schriftelijke overeenkomst mondeling zijn overeengekomen dat de duur van de overeenkomst 12 maanden is en niet langer, onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Onbekendheid met deze afwijkende afspraak kan SiVO niet aan [gedaagde] tegenwerpen. [gedaagde] heeft deze afspraak immers met een vertegenwoordigingsbevoegde medewerker van SiVO gemaakt en mocht daarop vertrouwen. Dit betekent dat een grond voor het in rekening brengen van de maandtermijnen na 22 oktober 2022 ontbreekt. De kantonrechter zal daarom de vordering van SiVO afwijzen.
4.9.
De proceskosten komen voor rekening van SiVO, omdat zij ongelijk krijgt. SiVO is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen.
De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op € 542,00 aan salaris van de gemachtigde van [gedaagde] en € 135,00 aan nakosten (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt SiVO in de proceskosten van € 677,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als SiVO niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.D.M. Hazeu en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter