In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats 1], een vordering ingesteld tegen gedaagde, voorheen handelende onder de naam [bedrijf], wonende te [woonplaats 2], wegens tekortkomingen in de nakoming van een aannemingsovereenkomst. De overeenkomst betrof renovatiewerkzaamheden aan de badkamer en het toilet in de woning van eiser, die in mei 2023 zijn gesloten. Eiser heeft geconstateerd dat gedaagde niet alle werkzaamheden naar behoren heeft uitgevoerd en dat er gebreken zijn opgetreden. Ondanks verzoeken om de gebreken te herstellen, heeft gedaagde dit nagelaten. Eiser heeft vervolgens een deskundigenrapport laten opstellen door Bouwbedrijf [naam], waaruit blijkt dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde veroordeeld moet worden tot betaling van de door eiser gevorderde vervangende en aanvullende schadevergoeding, omdat gedaagde in verzuim is met het herstellen van de gebreken. De vordering van eiser, die bestaat uit herstelkosten en aanvullende schadevergoeding, wordt toegewezen. Gedaagde wordt ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten en wettelijke rente.