In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 april 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal. De verdachte, geboren in 1978 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, is thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Alphen aan den Rijn. De tenlastelegging betreft het wegnemen van twee flessen wijn en twee bakken spaghetti bolognese op 3 januari 2024 te Zandvoort, toebehorende aan een ander. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het feit, terwijl de verdediging geen verweer heeft gevoerd ten aanzien van de bewijsbaarheid.
De rechtbank heeft op basis van de beschikbare bewijsmiddelen geoordeeld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen is. De verdachte is veroordeeld voor diefstal, wat strafbaar is. De rechtbank heeft ook de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld en is van oordeel dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) voor de duur van twee jaren. De rechtbank heeft het advies van de reclassering overgenomen en is van oordeel dat de ISD-maatregel noodzakelijk is, gezien de stelselmatige criminaliteit van de verdachte en zijn problematische situatie.
De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke ISD-maatregel afgewezen, omdat deze geen toegevoegde waarde heeft. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke ISD-maatregel voor de maximale termijn van twee jaar, zonder aftrek van voorarrest. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de samenstelling van de rechtbank en de uitspraakdatum zijn vermeld.