Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
ICTDET B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert de eiser, handelend onder de naam [bedrijf], dat de gedaagde, ICTDET B.V., wordt veroordeeld tot betaling van een factuur voor geleverde werkzaamheden. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, omdat de gedaagde erkent dat de factuur nog moet worden betaald. Het beroep van de gedaagde op verrekening is afgewezen, omdat niet eenvoudig kan worden vastgesteld dat dit beroep terecht is. De eiser heeft op 5 april 2023 een factuur van € 19.263,20 verzonden, maar deze is tot op heden niet betaald. De gedaagde betwist de vordering gedeeltelijk en stelt dat de eiser zonder toestemming bij haar klant is gaan werken, wat zou leiden tot financiële schade voor ICTDET. De kantonrechter oordeelt dat er geen schriftelijke overeenkomst is waarin een concurrentie- of relatiebeding is opgenomen, en dat de gedaagde onvoldoende heeft aangetoond dat zij schade heeft geleden. De kantonrechter wijst de vordering van de eiser toe en kent ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toe, waarbij de proceskosten voor rekening van de gedaagde komen.