Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[adres] .
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
initiërenvan seksueel getint contact door de verdachte. De verdachte ontkent dat hij het initiatief heeft genomen. Aangezien het dossier daarvoor ook geen bewijs bevat, dient hij van die onderdelen van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
dathet seksueel getinte contact via Snapchat en videobellen op meerdere momenten in de ten laste gelegde periode tussen hen heeft plaatsgevonden. De verklaring van [slachtoffer] dat het
initiatieftot dit type contact werd genomen door de verdachte, hetgeen de verdachte betwist, vindt steun in de verklaring die de moeder van [slachtoffer] heeft afgelegd tijdens het informatief gesprek zeden. Zij heeft verklaard dat zij een bericht van de verdachte op de telefoon van haar dochter heeft gezien waarin de verdachte een seksueel getinte foto van een vrouw naar [slachtoffer] stuurde en daarbij schreef dat [slachtoffer] ook zo’n foto moest sturen. De verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij geen initiatief heeft genomen en [slachtoffer] alleen seksuele voorlichting bedoelde te geven naar aanleiding van vragen die zij stelde, schuift de rechtbank gelet op het vorenstaande – mede gelet op de lange periode dat de contacten hebben geduurd en het feit dat de contacten pas stopten nadat de moeder van [slachtoffer] deze had ontdekt – dan ook als ongeloofwaardig terzijde.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
60 (zestig) dagen.
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van 2 jaren.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
180 (honderdtachtig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 90 (negentig) dagen hechtenis.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.500,00, als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.