Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 28 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van de man.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 januari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding waarin de vrouw verzet heeft aangetekend tegen een eerder verstekvonnis. Het verstekvonnis, uitgesproken op 31 oktober 2023, bepaalde dat de verkoopopbrengst van de woning van partijen, die in depot stond bij de notaris, aan beide partijen moest worden uitgekeerd, onder verrekening van regresvorderingen van de man op de vrouw. De vrouw stelde dat de man niet beschikkingsbevoegd was en dat de verdeling van de gemeenschap in een lopende procedure in Argentinië moest plaatsvinden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de man rechtmatig had gehandeld en dat het verzet ongegrond was. De vrouw had geen belang meer bij haar vorderingen, aangezien de notaris de verkoopopbrengst inmiddels had uitgekeerd. De voorzieningenrechter wees ook de vorderingen van de vrouw af en veroordeelde haar in de proceskosten van de verzetprocedure, die op € 2.247,86 werden begroot. De uitspraak bevestigde de rechtsmacht van de Nederlandse rechter en de geldigheid van het eerdere vonnis, ondanks de lopende procedure in Argentinië.