In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 april 2024 uitspraak gedaan in een verstekvonnis tussen de eisende partij, Fifpro Properties Alkmaar B.V., en de gedaagde partijen. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en hoofdelijke veroordeling van de gedaagde partijen tot betaling van een huurachterstand van € 9.539,00, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en rente. De gedaagde partijen zijn niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend.
De kantonrechter heeft ambtshalve de huurovereenkomst en de algemene bepalingen van de huurovereenkomst ROZ 20 maart 2017 getoetst op de aanwezigheid van oneerlijke bedingen. De rechter concludeerde dat de huurprijs gedurende de huurovereenkomst niet is gewijzigd, waardoor de bedingen omtrent huurprijswijziging niet relevant zijn. De vordering tot betaling van servicekosten werd toegewezen, omdat deze in overeenstemming waren met de werkelijke kosten. De kantonrechter oordeelde ook over de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten, waarbij enkele bedingen als oneerlijk werden aangemerkt, maar de vordering op andere onderdelen werd toegewezen.
De kantonrechter heeft de gedaagde partijen veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis en hen hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de rechter om ambtshalve te toetsen op de eerlijkheid van contractuele bedingen, vooral in het kader van consumentenbescherming.