Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 april 2024 in de zaak tussen
[eiser] (eiser) en [eiseres] (eiseres), uit [plaats] ,
de minister voor Klimaat en Energie, verweerder
TenneT TSO BVuit Arnhem, derde-partij
Procesverloop
Totstandkoming van het besluit
voorde inwerkingtreding van het schadeveroorzakende planologische regime worden vastgesteld op € 560.000 en
nainwerkingtreding van het schadeveroorzakende planologische regime op € 515.000. De planschade/waardevermindering van het getaxeerde object bedraagt derhalve volgens Thorbecke € 45.000. De ontwikkeling op de onderhavige locatie is weliswaar een normaal maatschappelijke ontwikkeling, maar deze lag niet in de lijn der verwachtingen. Gelet hierop adviseert Thorbecke het normaal maatschappelijk risico op de forfaitaire drempel van 2% vast te stellen. Dat betekent dat 2% van € 560.000 (= € 11.200) in mindering wordt gebracht op het gewaardeerde planschadebedrag. Het voor tegemoetkoming in aanmerking komende gedeelte van de door eisers geleden planschade adviseert Thorbecke zodoende vast te stellen op € 33.800.
Wet- en regelgeving
Beoordeling door de rechtbank
- vermindering zicht;
- schaduwhinder;
- lichthinder;
- verslechtering situeringswaarde;
- toename geluidshinder; en
- vrees voor gezondheidseffecten; bij de meest ongunstige planologische invulling komen het perceel en de woning van eisers namelijk binnen de zone van 0,4 T (magneetveldzone) te liggen.
10 november 2012 onder het oude planologische regime en onder het nieuwe planologische regime. Voor het bepalen van de invloed op de waarde van een zo nabijgelegen hoogspanningsleiding heeft [naam 3] onderzoek gedaan naar de invloed op de koopprijs van woningen in de nabijheid van hoogspanningsleidingen elders in het land, waaronder woningen die gelegen zijn (zeer) nabij dezelfde hoogspanningsleiding, maar dan in Hazerswoude-Rijndijk. Daarbij heeft hij onderzocht wat het koopprijs-, c.q. waardeverschil is tussen zeer nabijgelegen woningen en daar verder weg van gelegen woningen in de nabije omgeving. In zijn taxatie komt [naam 3] tot de conclusie dat de inwerkingtreding van het Inpassingsplan heeft geleid tot planschade in de vorm van waardevermindering van de onroerende zaak ter hoogte van € 20.000 (€ 600.000 – de door hem vastgestelde waarde van het perceel en de woning van eisers op de waardepeildatum voor invoering van het nieuwe planologisch regime – minus € 580.000 – de door hem getaxeerde waarde na wijziging van het planologisch regime). Na toepassing van het wettelijke forfait van 2% van de waarde van de onroerende zaak onder het oude planologische regime als normaal maatschappelijk risico, dat voor rekening van eisers blijft (2% van € 600.000 is € 12.000), komt volgens de STAB een bedrag van € 8.000 (€ 20.000 - € 12.000) voor tegemoetkoming in aanmerking.