ECLI:NL:RBNHO:2024:4220
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake gebiedsverbod door burgemeester Zaanstad
Op 16 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker, die werd vertegenwoordigd door mr. S.M. Ploegmakers. Het verzoek was gericht tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Zaanstad, waarin aan verzoeker een noodbevel werd opgelegd. Dit noodbevel hield in dat verzoeker met onmiddellijke ingang een gebiedsverbod kreeg voor de duur van drie maanden in een specifieke buurt en straten in Zaanstad.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. In zijn beoordeling heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat de burgemeester zich op goede gronden kon baseren op informatie van de politie, die aangaf dat er bij de woning van verzoeker een explosief was afgegaan, wat leidde tot ernstige vrees voor wanordelijkheden. De voorzieningenrechter oordeelde dat het noodbevel niet in strijd was met het subsidiariteitsbeginsel, omdat minder ingrijpende maatregelen niet beschikbaar waren en de veiligheid van omwonenden en de ouders van verzoeker voorop stond.
De voorzieningenrechter benadrukte dat het besluit om het noodbevel op te leggen gerechtvaardigd was door het te beschermen belang van de openbare orde, waarbij hij een afweging maakte tussen de grondrechten van verzoeker en de omwonenden. Hij merkte op dat in de bezwaarprocedure meer aandacht besteed moest worden aan de motivering van de besluitvorming door de burgemeester. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, waardoor het noodbevel van kracht blijft. Partijen werden erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.