ECLI:NL:RBNHO:2024:421

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 januari 2024
Publicatiedatum
17 januari 2024
Zaaknummer
10635214 \ CV EXPL 23-2568
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geen wilsovereenstemming bij sluiten overeenkomst tussen Cooldownkids en [naam VOF]

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Cooldownkids en [naam VOF]. Cooldownkids, vertegenwoordigd door gemachtigde H.G. Zeiger, vorderde betaling van een bedrag van € 744,88, bestaande uit een hoofdsom van € 629,20, buitengerechtelijke incassokosten van € 94,38 en rente. De vordering was gebaseerd op de stelling dat er een overeenkomst tot stand was gekomen tussen partijen, maar de kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor wilsovereenstemming. De zaak begon met een dagvaarding van Cooldownkids op 24 juli 2023, waarna [naam VOF] schriftelijk heeft geantwoord. Cooldownkids had op 27 februari 2023 een e-mail gestuurd naar [vennoot sub 1] met de vraag of de bedrijfsgegevens up-to-date waren, maar de kantonrechter oordeelde dat de e-mail niet duidelijk genoeg was om als een aanbod voor een overeenkomst te worden beschouwd. De kantonrechter concludeerde dat er geen overeenkomst was gesloten, omdat [vennoot sub 1] niet de intentie had om een betalingsverplichting aan te gaan. De vordering van Cooldownkids werd afgewezen en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van [naam VOF].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10635214 \ CV EXPL 23-2568
Uitspraakdatum: 18 januari 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Stad en Streek Reclamemakers B.V., v.h.o.d.n. Bakker Media Groep B.V., m.h.o.d.n. CoolDownKids en Bedrijfsspeurders.nl
gevestigd te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: Cooldownkids
gemachtigde: H.G. Zeiger
tegen

1.de [naam VOF]

gevestigd te [vestigingsplaats]
en haar vennoten:
2. [vennoot sub 1] ,
3. [vennoot sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
verder te noemen: [naam VOF] , [vennoot sub 1] en [vennoot sub 2]
gemachtigde: mr. Chr. W.L. Veen
De zaak in het kort
De vraag is of tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen uit hoofde waarvan gedaagde gehouden is het door eiseres gevorderde bedrag te betalen. De kantonrechter beantwoordt deze vraag ontkennend, omdat onvoldoende is gebleken dat gedaagde de wil had om met eiseres een overeenkomst te sluiten.

1.Het procesverloop

1.1.
Cooldownkids heeft bij dagvaarding van 24 juli 2023 een vordering tegen [naam VOF] ingesteld. [naam VOF] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Cooldownkids heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [naam VOF] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Op 27 februari 2023 heeft Cooldownkids aan [vennoot sub 1] een e-mail gestuurd. Als onderwerp vermeldt de e-mail:
“Beste [vennoot sub 1] , graag vernemen wij of onderstaande vermelding nog uw to date is, met vriendelijke groet.”
Verder bevat de e-mail de volgende tekst.
“Hierbij nog even het mailtje met bijbehorende vermelding
Wij hopen dat onderstaande vermelding up to date is, mocht dat niet het geval zijn dan vernemen wij dat graag.
Mocht alles naar wens zijn, waar we altijd ons best voor doen, graag de mail beantwoorden voor akkoord onder vermelding 2702”
2.2.
De e-mail bevat een afbeelding waarin het volgende is opgenomen.
“Wij heten u van harte welkom aan boord om samen met piloot Stef op avontuur te gaan
(…)
U als ‘VIP’ passagier op deze vlucht maakt zich kenbaar als sponsor van deze prachtige vlucht/actie door jullie bedrijfsnaam /of vermelding op een prachtige bijbehorende poster te vermelden. (…)Om jullie natuurlijk goed in te checken zien jullie op deze plaatsingsopdracht precies wat de actie inhoud. Genoemde bedragen opgeteld gelden per deelname. Wanneer alles juist is en jullie graag sponsor willen worden hoeven jullie deze ‘instapkaart’ alleen maar terug te sturen met je eigen ticketnummer.”
Onder deze tekst staan de bedrijfsgegevens van [vennoot sub 1] vermeld.
2.3.
Vanwege het uitblijven van een reactie heeft Cooldownkids op 1 maart 2023 opnieuw een e-mail gestuurd waarin [vennoot sub 1] nogmaals om goedkeuring wordt gevraagd. In reactie op die e-mail laat [vennoot sub 1] Cooldownkids diezelfde dag weten dat zij akkoord is.
2.4.
Op 11 maart 2023 heeft Cooldownkids [vennoot sub 1] een factuur van € 629,20 toegestuurd die tot op heden niet is betaald.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Cooldownkids vordert dat de kantonrechter [naam VOF] en haar vennoten veroordeelt tot betaling van € 744,88. Dit bedrag bestaat uit een hoofdsom van € 629,20, buitengerechtelijke incassokosten van € 94,38 en rente tot 24 juli 2023 van € 21,30.
3.2.
Cooldownkids legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen uit hoofde waarvan Cooldownkids een factuur aan [naam VOF] heeft toegestuurd. [naam VOF] heeft deze factuur onbetaald gelaten. Vanwege het uitblijven van betaling is [naam VOF] ook buitengerechtelijke incassokosten en rente verschuldigd.
3.3.
[naam VOF] voert verweer en betwist dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen dan wel dat enige opdracht is gegeven. Dat [vennoot sub 1] naar aanleiding van de e-mail van 27 februari 2023 heeft laten weten akkoord te gaan, komt omdat zij dacht dat de e-mail betrekking had op een eerdere opdracht die zij aan een aan een aan Cooldownkids gelieerde onderneming had verstrekt en waarvan zij de factuur wel heeft betaald. Het ‘akkoord’ ziet dan ook alleen op de vraag of de bedrijfsgegevens nog klopten en niet op het sluiten van een nieuwe overeenkomst. De vordering van Cooldownkids moet daarom worden afgewezen. Omdat Cooldownkids haar vordering heeft gebaseerd op onjuiste feiten en omstandigheden en zij had moeten weten dat haar vordering geen kans van slagen heeft, moet Cooldownkids veroordeeld worden tot betaling van de werkelijk door [naam VOF] gemaakte proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter is van oordeel dat niet dan wel in onvoldoende mate is komen vast te staan dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen zoals door Cooldownkids is gesteld. Dit wordt als volgt toegelicht.
4.2.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en aanvaarding van het aanbod. [1] Daarbij moet tussen partijen sprake zijn van wilsovereenstemming. Of sprake is geweest van wilsovereenstemming wordt bepaald aan de hand van de verklaringen en gedragingen van partijen naar elkaar, en wat zij in dat kader van elkaar konden verwachten.
4.3.
Op grond van artikel 150 Rv rust de bewijslast op de partij die zich op een bepaald rechtsgevolg van gestelde feiten beroept als die feiten worden betwist. In dit geval stelt Cooldownkids dat er tussen haar en [naam VOF] een overeenkomst tot stand is gekomen uit hoofde waarvan [naam VOF] gehouden is het door Cooldownkids gevorderde bedrag te betalen. Het is dus aan Cooldownkids, die zich op de rechtsgevolgen van de overeenkomst beroept, om te stellen en zo nodig te bewijzen dat er tussen partijen een overeenkomst is gesloten, omdat [naam VOF] dat betwist.
4.4.
Cooldownkids heeft ter onderbouwing van haar stelling dat er een overeenkomst tot stand is gekomen aangevoerd dat zij op 27 februari 2023 contact heeft gehad met [vennoot sub 1] en dat partijen tijdens dat gesprek zijn overeengekomen dat de bedrijfsgegevens van [vennoot sub 1] zouden worden geplaatst op een kleurplaat voor de actie ‘Piloot Stef op reis’. Volgens Cooldownkids is tijdens dat gesprek ook gesproken over de kosten die aan het vermelden van de bedrijfsgegevens verbonden zouden zijn en heeft [vennoot sub 1] daarmee ingestemd. [vennoot sub 1] betwist dat partijen op 27 februari 2023 telefonisch contact hebben gehad een stelt zich op het standpunt dat de e-mail van 27 februari 2023 voor haar uit de lucht kwam vallen. Gezien het verweer van [vennoot sub 1] had het op de weg van Cooldownkids gelegen om nader bewijs te leveren van haar stelling dat er op 27 februari 2023 een gesprek heeft plaatsgevonden en wat de inhoud van dat gesprek is geweest. Dit heeft Cooldownkids nagelaten. Hierdoor is niet vast komen te staan dat er op 27 februari 2023 een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen.
4.5.
Ook kan niet worden vastgesteld dat er nadien tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. Op 27 februari 2023 heeft Cooldownkids [vennoot sub 1] weliswaar een e-mail gestuurd waarop [vennoot sub 1] op 1 maart heeft gereageerd met de melding dat zij akkoord is, , maar uit die e-mail is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende duidelijk op te maken dat [vennoot sub 1] zich daarmee verbindt tot het tegen betaling laten gebruiken van haar bedrijfsgegevens voor sponsordoeleinden. Het onderwerp en de tekst van de e-mail suggereren namelijk alleen dat [vennoot sub 1] haar bedrijfsgegevens moet controleren en daarop akkoord moet geven. Nergens blijkt uit dat zij, door het geven van een akkoord een betalingsverplichting aangaat. Dat er een betalingsverplichting werd aangegaan, had [vennoot sub 1] wel op kunnen maken uit de plaatsingsovereenkomst die met de e-mail is meegestuurd. De kantonrechter is echter van oordeel dat voor een gemiddelde lezer van de e-mail onvoldoende duidelijk was dat er een betalingsverplichting werd aangegaan. Van Cooldownkids had verwacht mogen worden dat zij in de onderwerpregel en in de tekst van de e-mail duidelijk had aangegeven dat de e-mail een aanbod voor het sluiten van een overeenkomst met een betalingsverplichting bevat, zodat dit direct opvalt bij het lezen van de e-mail. Dergelijke essentiële informatie mag naar het oordeel van de kantonrechter niet worden ‘verstopt’ in de e-mail. Doordat er geen sprake is van een voldoende duidelijk omschreven aanbod, kan ondanks dat [vennoot sub 1] akkoord heeft gegeven, niet worden vastgesteld dat zij daadwerkelijk de wil had om met Cooldownkids een overeenkomst aan te gaan.
4.6.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Cooldownkids zal afwijzen. Op hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht zal niet worden ingegaan, omdat dat niet tot een ander oordeel zal leiden.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van Cooldownkids, omdat zij ongelijk krijgt. [naam VOF] heeft de kantonrechter verzocht Cooldownkids te veroordelen tot betaling van de werkelijk door haar gemaakte proceskosten die tot en met de conclusie van dupliek zijn begroot op € 4.555,40. Een dergelijke vordering is alleen toewijsbaar in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. De kantonrechter oordeelt dat in dit geval niet kan worden gezegd dat het ontoelaatbaar was dat Cooldownkids haar - later onjuist gebleken, althans als onjuist beoordeelde - standpunt verdedigde. Het verzoek van [naam VOF] zal daarom worden afgewezen en de proceskosten zullen worden vastgesteld conform het liquidatietarief.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Cooldownkids tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [naam VOF] worden vastgesteld op een bedrag van € 264,00 aan salaris van de gemachtigde van [naam VOF] .
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Art. 6:271 BW