ECLI:NL:RBNHO:2024:4138
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vordering verklaring voor recht van erfdienstbaarheid van weg en aanwijzing noodweg afgewezen
In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van een woning, en een gedaagde, eigenaar van een nabijgelegen café. De eiser vorderde primair een verklaring voor recht dat er sprake is van een door verjaring gevestigde erfdienstbaarheid van weg ten gunste van zijn perceel, en subsidiair de aanwijzing van een noodweg. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voor zichzelf heeft gehouden en zijn gedrag niet dat van een bezitter van een erfdienstbaarheid is geweest. De rechtbank concludeerde dat er geen erfdienstbaarheid door verjaring is ontstaan en dat er ook geen noodweg aanwezig is. De rechtbank lichtte toe dat de eiser de poort, die toegang biedt tot zijn woning, niet als een erfdienstbaarheid heeft gebruikt, maar eerder als een noodweg. De rechtbank wees de vorderingen van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten van de gedaagde, die in totaal € 2.082,00 bedragen. De uitspraak benadrukt de vereisten voor het ontstaan van een erfdienstbaarheid door verjaring en de voorwaarden voor de aanwijzing van een noodweg.