ECLI:NL:RBNHO:2024:3930

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
22 april 2024
Zaaknummer
11001519 \ AO VERZ 24-42
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van opzegging arbeidsovereenkomst en doorbetaling van loon na niet rechtsgeldige opzegging

In deze zaak verzoekt een werknemer, aangeduid als [verzoeker], om vernietiging van een opzegging van de arbeidsovereenkomst door haar werkgever, Ilaria B.V., en om doorbetaling van haar loon. De kantonrechter heeft op 22 april 2024 uitspraak gedaan in Haarlem. De werknemer is sinds 6 april 2020 in dienst bij Ilaria B.V. als Ambulant begeleider, met een bruto maandsalaris van € 1.594,41. Op 7 februari 2024 heeft Ilaria een ontslagbrief verzonden aan [verzoeker], waarin zij melding maakt van de gedwongen stopzetting van haar activiteiten als zorgaanbieder. [verzoeker] heeft hierop geprotesteerd en zich beschikbaar gehouden voor haar werkzaamheden, maar Ilaria heeft aangegeven geen loon meer te kunnen betalen. Op 26 februari 2024 heeft [verzoeker] haar arbeidsovereenkomst opgezegd per 31 maart 2024.

Tijdens de zitting op 15 april 2024 is Ilaria niet verschenen, ondanks dat zij op de hoogte was van de zitting. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was, omdat er geen ontslagvergunning van het UWV was verkregen en er geen dringende reden voor ontslag was. Hierdoor heeft de kantonrechter de opzegging vernietigd en Ilaria veroordeeld tot doorbetaling van het loon aan [verzoeker]. De kantonrechter heeft ook de proceskosten ten laste van Ilaria gesteld, omdat zij in het ongelijk was gesteld. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11001519 \ AO VERZ 24-42 (rvk)
Uitspraakdatum: 22 april 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: [gemachtigde], DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.
tegen
de besloten vennootschap
Ilaria B.V.,
statutair gevestigd te Haarlem en kantoorhoudende te Zaandam
verwerende partij
verder te noemen: Ilaria
De zaak in het kort
In deze zaak verzoekt een werknemer om vernietiging van een opzegging van de arbeidsovereenkomst door een werkgever en doorbetaling van loon. De kantonrechter wijst het verzoek toe, omdat de opzegging niet rechtsgeldig is.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft op 19 maart 2024 een verzoekschrift met producties ingediend.
1.2.
Op 15 april 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. [verzoeker] en haar gemachtigde zijn verschenen. Ilaria is, ondanks dat zij behoorlijk is opgeroepen, niet op de zitting verschenen. [verzoeker] heeft haar verzoek toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Vóór de zitting heeft [verzoeker] met een brief van 12 april 2024 haar verzoek gewijzigd. Op de zitting heeft [verzoeker] de wijziging van haar verzoek ingetrokken.

2.Feiten

2.1.
[verzoeker] geboren [geboortedatum], is sinds 6 april 2020 in dienst bij Ilaria. De functie van [verzoeker] is Ambulant begeleider met een salaris van 1.594,41 bruto per maand.
2.2.
Op 7 februari 2024 heeft Ilaria een brief aan [verzoeker] verzonden, met als onderwerp: ‘Ontslagbrief als gevolg van gedwongen stopzetting van activiteiten als zorgaanbieder’, en voor zover van belang, de volgende inhoud:
‘(…)
Het spijt ons jullie te moeten informeren over een zeer moeilijke en ingrijpende beslissing die we als bedrijf hebben moeten nemen. Na zorgvuldige evaluatie en analyse van onze financiële situatie en bedrijfsprestaties, zijn we tot de conclusie gekomen dat we gedwongen worden om onze activiteiten als zorgaanbieder te beëindigen.
(…)
Het is een pijnlijke realiteit dat we deze beslissing moeten nemen, aangezien we ons altijd hebben ingezet voor het welzijn van ons bedrijf en onze medewerkers. We begrijpen dat dit nieuws voor velen van jullie zeer teleurstellend en verontrustend zal zijn, en we betreuren de impact die dit zal hebben op iedereen.
We zullen ons uiterste best doen om deze moeilijke overgangsperiode zo soepel mogelijk te laten verlopen voor alle betrokkenen.
Daarnaast willen we jullie laten weten dat Ilaria BV met alle beschikbare middelen zal proberen om uw opgebouwde vakantiegeld, eindejaarsuitkering en bovenwettelijke uren uit te keren.
Bovendien wil ik u laten weten dat iedereen die met deze brief wordt geadresseerd, zich kan inschrijven bij UWV.
We willen u bedanken voor uw toewijding, inzet en harde werk gedurende uw tijd bij ons bedrijf. Het is met diepe spijt dat we afscheid moeten nemen onder deze omstandigheden.
(…)’
2.3.
[verzoeker] heeft op 26 februari 2024 per brief geprotesteerd tegen het ontslag en zich beschikbaar gehouden om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten. Diezelfde dag heeft Ilaria te kennen gegeven dat er geen geld meer is om het loon te betalen.
2.4.
Met een brief van 29 februari 2024 heeft [verzoeker] de arbeidsovereenkomst opgezegd per 31 maart 2024.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen en Ilaria te veroordelen tot betaling van loon. Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat geen sprake is van een rechtsgeldige opzegging omdat er geen ontslagvergunning van het UWV is en omdat er daarnaast geen sprake is van een dringende reden. Voor het geval geoordeeld wordt dat de arbeidsovereenkomst wel op 7 februari 2024 is geëindigd, verzoekt [verzoeker] dat Ilaria veroordeeld wordt om de transitievergoeding van € 2.315,48 bruto te betalen.

4.De beoordeling

Niet verschijnen Ilaria geen reden voor aanhouding
4.1.
Ilaria is niet op de zitting verschenen en zij heeft ook geen verweerschrift ingediend. De kantonrechter ziet geen reden om de behandeling van het verzoek aan te houden, omdat Ilaria op de hoogte is van de zitting. Dit leidt de kantonrechter af uit de volgende omstandigheden.
4.2.
Bij e-mail van 12 april 2024 (ochtend) heeft de voormalig gemachtigde van Ilaria om aanhouding van de zitting gevraagd, omdat Ilaria pas op 11 april 2024 de oproep voor de zitting heeft ontvangen. De kantonrechter heeft op 12 april 2024 (begin middag) partijen telefonisch laten weten dat de zitting doorgang vindt, en dat het uitstelverzoek op de zitting zal worden behandeld. De voormalig gemachtigde van Ilaria heeft per e-mail van 12 april (einde middag), bericht dat hij zich als gemachtigde heeft onttrokken.
4.3.
Uit de stukken valt af te leiden dat Ilaria ten tijde van het indienen van het verzoekschrift en het verzenden van de oproep om op de zitting te verschijnen door de griffier, is verhuisd. [verzoeker] heeft per aangetekende post een exemplaar van de oproepingsbrief en het verzoekschrift aan het nieuwe adres verzonden waar Ilaria volgens een uittreksel uit het Handelsregister d.d. 3 april 2024 gevestigd was. [verzoeker] heeft dezelfde stukken bovendien per deurwaardersexploot aan Ilaria laten betekenen. [verzoeker] heeft een afschrift van het bewijs van aangetekende verzending op 4 april 2024 en een afschrift van het exploot van 10 april 2024 in het geding gebracht. Hiermee is voldoende gewaarborgd dat Ilaria in de gelegenheid is gesteld verweer te voeren. Ilaria heeft daar echter kennelijk van afgezien.
Vernietiging opzegging en recht op doorbetaling loon
4.2.
De kantonrechter verbindt gevolgen aan het feit dat Ilaria geen verweer heeft gevoerd en niet op de zitting is verschenen. Te weten dat niet is betwist dat Ilaria op 7 februari 2024 de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd zonder dat Ilaria daarvoor een ontslagvergunning van het UWV had verkregen en zonder dat sprake is van een dringende reden. Dat betekent dat moet worden aangenomen dat de opzegging niet voldoet aan de wettelijke eisen. Hieruit volgt dat de opzegging zoals verzocht zal worden vernietigd.
4.7.
[verzoeker] heeft recht op loon, omdat de opzegging wordt vernietigd en de arbeidsovereenkomst is blijven voortduren na 7 februari 2024. De vordering van [verzoeker] tot loonbetaling zal daarom als onbetwist worden toegewezen als na te melden bij de Beslissing. De gevorderde wettelijke verhoging en de wettelijke rente zullen ook worden toegewezen, omdat Ilaria te laat heeft betaald. De kantonrechter ziet geen aanleiding de wettelijke verhoging te matigen.
4.8.
[verzoeker] heeft ook verzocht dat Ilaria veroordeeld wordt haar weer te werk te stellen. Dit verzoek wordt afgewezen omdat [verzoeker] de arbeidsovereenkomst zelf heeft opgezegd tegen 1 april 2024. De arbeidsovereenkomst is dus al beëindigd.
4.9.
Het verzoek om Ilaria te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding hoeft niet behandeld te worden omdat dit verzoek slechts is ingesteld voor het geval de opzegging niet wordt vernietigd.
4.10.
Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen voor de duur van procedure. Deze procedure is echter al geëindigd doordat een beslissing wordt genomen op het verzoek van [verzoeker]. [1]
Proceskosten
4.11.
Ilaria is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [verzoeker] worden begroot op:
  • griffierecht € 248,00
  • salaris gemachtigde € 543,00
  • nakosten €
  • Totaal € 926,00

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
vernietigt de opzegging van de arbeidsovereenkomst op 7 februari 2024;
5.2.
veroordeelt Ilaria tot betaling aan [verzoeker] van een bedrag aan salaris van € 1.555,52 bruto over de maand februari 2024 en vanaf maart 2024 een bedrag aan salaris van € 1.594,41 bruto per maand, te vermeerderen met vakantiebijslag en overige emolumenten, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de hiervoor genoemde bedragen, steeds vanaf de data waarop deze bedragen verschuldigd zijn geworden tot aan de dag van de gehele betaling;
5.3.
wijst het verzoek tot wedertewerkstelling af;
5.4.
veroordeelt Ilaria in de proceskosten, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Ilaria niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend, dan moet Ilaria ook de kosten van betekening betalen;
5.5.
verklaart de veroordelingen in deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. F.J. Lourens, kantonrechter en op 22 april 2024 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.