ECLI:NL:RBNHO:2024:3874
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van de rechter in strafzaak
Op 16 april 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, in de wrakingskamer, een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door verzoeker tegen mr. M. Rigter, de politierechter in een aanhangige strafzaak. Verzoeker had op 29 februari 2024 ter zitting de wraking verzocht, omdat hij meende dat de rechter zijn verhaal niet serieus nam en er sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. Echter, de wrakingskamer oordeelde dat de rechter niet onpartijdig heeft gehandeld en dat verzoeker geen zwaarwegende redenen heeft aangedragen die objectieve twijfel aan de onpartijdigheid rechtvaardigen. De wrakingskamer baseerde haar oordeel op het proces-verbaal van de zitting van 29 februari 2024, waaruit bleek dat de rechter verzoeker voldoende ruimte had geboden om zijn standpunt toe te lichten. De rechtbank concludeerde dat de rechter niet verplicht was om in te gaan op de voorgeschiedenis van de zaak, aangezien dit buiten het bereik van de tenlastelegging viel. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bevolen dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet.