In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem om zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) buiten behandeling te stellen. Verzoeker had op 7 augustus 2023 een Woo-verzoek ingediend om openbaarmaking van documenten met betrekking tot geplande ontwikkelingen aan twee adressen in Haarlem. Het college heeft op 25 september 2023 besloten het verzoek buiten behandeling te stellen, omdat volgens hen sprake was van misbruik van recht. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 5 maart 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. Verzoeker was niet aanwezig. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van spoedeisend belang, omdat het bezwaar van verzoeker nog in behandeling is bij de commissie bezwaarschriften en er nog geen sloopvergunning is verleend. De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat verzoeker niet kan aantonen dat er een spoedeisend belang is bij directe openbaarmaking van de gevraagde documenten. De uitspraak is gedaan op 12 maart 2024 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.