In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot benoeming van een deskundige, ingediend door verzoekers, die een tankstation verhuren aan Schouten Olie B.V. Verzoekers hebben de huurovereenkomst opgezegd, maar Schouten Olie heeft hier niet op gereageerd. Verzoekers hebben primair verzocht om niet-ontvankelijk verklaring van hun eigen verzoek, omdat zij van mening zijn dat de procedure onder artikel 7:304 lid 2 BW niet van toepassing is op het gehuurde, dat geen 7:290-bedrijfsruimte zou zijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat verzoekers geen rechtens te respecteren belang hebben bij hun primaire verzoek, omdat dit niet kan leiden tot de benoeming van een deskundige. Hierdoor is het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat verzoekers in een aparte dagvaardingsprocedure een verklaring voor recht kunnen vragen over de status van het gehuurde. De proceskosten zijn voor rekening van verzoekers, die ongelijk hebben gekregen in deze procedure.