Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 25 september 2023;
- de bereidverklaring voogdij van de GI, ingekomen op 21 februari 2024
- de ouders, bijgestaan door mr. J.M. Neervoort;
- [vertegenwoordiger van de raad] , namens de Raad;
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI.
De pleegouders zijn, hoewel zij daartoe behoorlijk waren opgeroepen, niet verschenen.
2.De feiten
3.Het verzoek
De ouders vinden dat [de minderjarige] bij hen of bij familie hoort te wonen, maar het perspectief van [de minderjarige] ligt bij de pleegouders. De rechter heeft dit bekrachtigd. De aanvaardbare termijn om onzekerheid over zijn perspectief te verdragen is inmiddels ruimschoots verstreken.
Deze wens van de ouders, en de verstoorde verhouding met de pleegmoeder, maakt dat de omgang en de besluiten die genomen moeten worden voor [de minderjarige] lastig zijn. De ouders sluiten niet aan bij [de minderjarige] , zijn wantrouwend en geven geen toestemming voor het inzetten van hulpverlening. Het is voor een kwetsbare jongen als [de minderjarige] belangrijk dat hij zekerheid heeft over het verblijf in het pleeggezin. De Raad is van mening dat de GI de voogdij over [de minderjarige] moet krijgen, omdat zij als onafhankelijke professionele derde [de minderjarige] , de ouders en de pleegouders kan ondersteunen. Deze rol is volgens de Raad op dit moment niet weggelegd voor de pleegouders omdat er vanuit de ouders geen draagvlak is voor het wonen van [de minderjarige] bij de pleegouders.
4.De standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
-
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,