ECLI:NL:RBNHO:2024:3778

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 april 2024
Publicatiedatum
17 april 2024
Zaaknummer
15.316452.23
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewapende winkeloverval met bedreiging en vuurwapenbezit door minderjarige

Op 11 april 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die op 27 november 2023 te Amsterdam een gewapende winkeloverval heeft gepleegd. De verdachte heeft met een vuurwapen, een revolver van het merk Bruno Bruni Milano, de eigenaar van een nightshop bedreigd en gedwongen tot de afgifte van geld. Tijdens de overval heeft hij ook een andere aanwezige bedreigd met geweld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 120 dagen jeugddetentie, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een werkstraf van 180 uren opgelegd. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jeugdige leeftijd en de positieve ontwikkeling sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden van de jeugddetentie vastgesteld, waaronder toezicht door de jeugdreclassering en een avondklok. De uitspraak is gedaan na een zitting met gesloten deuren, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren, evenals de officier van justitie en vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie & Jeugd
Locatie Alkmaar
Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer: 15.316452.23 (P)
Uitspraakdatum: 11 april 2024
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting met gesloten deuren van 28 maart 2024 in de zaak tegen:
[de verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] te [plaats 1] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
[officier van justitie] en van wat de verdachte en zijn raadsman, mr. F.D.W. Siccama, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht, en de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) en de Jeugd- en Gezinsbeschermers (hierna: de jeugdreclassering) naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op of omstreeks 27 november 2023 te Amsterdam,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[benadeelde partij 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan nightshop " [nightshop] " en/of een derde toebehoorde(n),
door
- voorzien van een door een helm bedekt gezicht/hoofd en met een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp), de nightshop binnen te treden, en/of
- een plastic zak in de richting van die [benadeelde partij 1] te gooien en te roepen: "Liggen, liggen nu, liggen, liggen, liggen! Naar voren, vul die zak!", en/of
- het (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp), te richten op een of meerdere in die nightshop aanwezige personen en/of die [benadeelde partij 1] en te roepen: "Vul die zak! Pak die zak. Geef aan hem! Nu! ....... ik schiet", en/of "Vullen nu! Die kluis ook he, die kluis, Wollah ik schiet.", en/of
- het (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp), omhoog te richten en daarmee te schieten en daarbij te roepen: "Voor je kankerhoofd! Schiet op! Niet liegen! Geef die kankerzak." en/of "De volgende gaat door je kankerhoofd!",
althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking;
Feit 2:
hij op of omstreeks 27 november 2023 te Amsterdam,
[benadeelde partij 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door
- een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) te tonen en hierbij te roepen: “Liggen op de grond!”, althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- het (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) omhoog te richten en daarmee te schieten terwijl hij, verdachte, met zijn voeten naast het hoofd van die [benadeelde partij 2] staat, die op de grond ligt;
Feit 3:
hij op of omstreeks 27 november 2023 te Amsterdam,
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een revolver, van het merk Bruno Bruni Milano, type Olympic 38, kaliber .22 Long Rifle
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool
voorhanden heeft gehad;

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich met betrekking tot de ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn opgenomen.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1:
hij op 27 november 2023 te Amsterdam,
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en bedreiging met geweld
[benadeelde partij 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, dat aan nightshop " [nightshop] " toebehoorde,
door
- voorzien van een door een helm bedekt gezicht/hoofd en met een vuurwapen, de nightshop binnen te treden, en
- een plastic zak in de richting van [benadeelde partij 1] te gooien en te roepen: "Liggen, liggen nu, liggen, liggen, liggen! Naar voren, vul die zak!", en
- het vuurwapen te richten op een of meerdere in die nightshop aanwezige personen en die [benadeelde partij 1] en te roepen: "Vul die zak! Pak die zak. Geef aan hem! Nu! ....... ik schiet", en "Vullen nu! Die kluis ook he, die kluis, Wollah ik schiet.", en
- het vuurwapen omhoog te richten en daarmee te schieten en daarbij te roepen: "Voor je kankerhoofd! Schiet op! Niet liegen! Geef die kankerzak." en "De volgende gaat door je kankerhoofd!",
althans woorden van dergelijke dreigende aard en strekking;
Feit 2:
hij op 27 november 2023 te Amsterdam,
[benadeelde partij 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht,
door
- een vuurwapen te tonen en hierbij te roepen: “Liggen op de grond!”, althans woorden van dergelijke dreigende aard en strekking, en
- het vuurwapen omhoog te richten en daarmee te schieten terwijl hij, verdachte, met zijn voeten naast het hoofd van die [benadeelde partij 2] staat, die op de grond ligt;
Feit 3:
hij op 27 november 2023 te Amsterdam,
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een revolver, van het merk Bruno Bruni Milano, type Olympic 38, kaliber .22 Long Rifle
zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver
voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
afpersing.
Feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is daarom strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6.Motivering van de straf

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan het voorarrest en een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de Raad geadviseerd en ter zitting aangevuld. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke werkstraf voor de duur van 180 uren.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit om de verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan het voorarrest. Gelet op het zware kader van bijzondere voorwaarden acht de verdediging het van belang dat de taakstraf zoals geëist door de officier van justitie wordt gematigd of deels voorwaardelijk wordt opgelegd. Ook zou de door de officier van justitie geëiste voorwaardelijke jeugddetentie nog achterwege kunnen blijven. Gelet op de houding van de verdachte bestaat het vertrouwen dat het bij dit delict zal blijven.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Strafwaardigheid van het handelen van de verdachte
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van een gewapende winkeloverval, een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De verdachte heeft onder dreiging van een vuurwapen in de avondwinkel [nightshop] geld weggenomen. Hij heeft de aanwezigen enorme angst bezorgd door hen tijdens hun werk dan wel een bezoek aan de winkel met een vuurwapen te overvallen en te dreigen om te schieten, waarna ook daadwerkelijk is geschoten door de verdachte, zowel in de winkel als buiten tijdens zijn vlucht. De verdachte had duidelijk alleen voor ogen dat hij, zoals hij zelf heeft verklaard, makkelijk en snel veel geld wilde verdienen. Hij heeft op geen enkele manier rekening gehouden met de gevoelens van en de gevolgen voor de slachtoffers, die geen idee hadden waartoe de verdachte in staat was. Naast de gevolgen voor de slachtoffers veroorzaken dit soort feiten ook sterke gevoelens van onveiligheid bij de directe omgeving van de slachtoffers en in de gehele samenleving. Bovendien brengt het ongecontroleerde bezit van wapens in het algemeen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee. Het stijgend aantal slachtoffers van (vuur)wapengeweld in de samenleving onderstreept de noodzaak van een krachtig optreden hiertegen.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 29 februari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld.
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 12 februari 2024 van [raadsonderzoeker] , als raadsonderzoeker werkzaam bij de Raad.
De Raad adviseert aan de verdachte een onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen die gelijk is aan de duur van de voorlopige hechtenis en een deels voorwaardelijke taakstraf met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt aan het reclasseringstoezicht, een avondklok van 21:00 tot 07:00 uur, dagbesteding, begeleiding vanuit de Hoofdtrainer en een contactverbod met de slachtoffers. De doelen waaraan de verdachte met de jeugdreclassering en de Hoofdtrainer dient te werken zien op het vergroten van zijn weerbaarheid, zijn online gedrag en het overzien van oorzaak-gevolg.
Op de zitting hebben de Raad en de jeugdreclassering bovenstaand advies onderschreven. De Raad heeft hier het volgende aan toegevoegd. Sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis gaat het goed met de verdachte. Er zijn veel beschermende factoren en de zorgen zien vooral op hoe de verdachte tot het plegen van zo’n ernstig delict is gekomen.
Aan de bijzondere voorwaarde van de avondklok dient een uitzondering voor elke vrijdagavond tot 23:00 uur te worden toegevoegd. De Raad adviseert verder ook het opleggen van de bijzondere voorwaarden inhoudende dat de verdachte onderwijs volgt volgens het rooster, alleen over een analoge telefoon beschikt en een locatieverbod voor [stadsdeel] . Tot slot adviseert de Raad om de op te leggen voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren, omdat er zonder het reclasseringstoezicht en de hulpverlening sprake is van een hoge kans op recidive.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank verder nog rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte. Verder weegt de rechtbank mee dat dat de verdachte heeft aangegeven erg geschrokken te zijn dat hij dit feit heeft gepleegd en er spijt van te hebben.
Straf
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd zoals vermeld in de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten voor de straftoemeting voor minderjarigen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de hiervoor uiteengezette ernst van de feiten niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een deels onvoorwaardelijke en deels voorwaardelijke jeugddetentie. Gelet op de negatieve ervaring van de verdachte tijdens zijn voorarrest in de JJI zal het voorwaardelijke strafdeel ertoe dienen de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan de verdachte een jeugddetentie van 120 dagen dient te worden opgelegd, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die de verdachte in het voorarrest en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De onvoorwaardelijke jeugddetentie is hierdoor gelijk aan het voorarrest. De rechtbank zal aan het voorwaardelijke deel van de jeugddetentie een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat de verdachte ervan wordt weerhouden zich gedurende die proeftijd opnieuw schuldig te maken aan een strafbaar feit. Naast de algemene voorwaarden zal de rechtbank aan de proeftijd de bijzondere voorwaarden verbinden zoals door de Raad geadviseerd en tijdens de zitting aangevuld. Verder is de rechtbank van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten niet kan worden volstaan met voornoemde jeugddetentie. De rechtbank zal aan de verdachte daarnaast een taakstraf in de vorm van een werkstraf opleggen van 180 uren, subsidiair 90 dagen jeugddetentie.
Dadelijke uitvoerbaarheid voorwaarden
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] . Omdat de Raad heeft aangegeven dat de kans op recidive zonder de inzet van hulpinterventies als hoog moet worden beschouwd gelet op de beïnvloedbaarheid van de verdachte en zijn interesse om snel en makkelijk geld te verdienen, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.

7.Beslag

Onder de verdachte zijn een revolver, munitie, een helm, een shirt en schietmouwen in beslag genomen.
7.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om het vuurwapen, de munitie en de schietmouwen te onttrekken aan het verkeer en de helm en het T-shirt verbeurd te verklaren.
7.2.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de revolver en de munitie dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het bewezen verklaarde met betrekking tot die voorwerpen is begaan en het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Daarnaast zal de rechtbank de helm en het T-shirt verbeurd verklaren, nu dit voorwerpen zijn met behulp waarvan de bewezen verklaarde feiten zijn begaan.
Tot slot zal de rechtbank de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de schietmouwen gelasten, die in beslag genomen zijn ter gelegenheid van het onderzoek ter zake van de op de verdachte rustende verdenking, maar niet aan de verdachte toebehoren.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 285, 317 van het Wetboek van Strafrecht.
artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3.4 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van
120 dagen.
Beveelt dat van deze jeugddetentie een gedeelte, groot
60 dagen nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, te weten 60 dagen, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet al op een andere straf in mindering is gebracht.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • zich meldt bij de gecertificeerde instelling De Jeugd- en Gezinsbeschermers te Alkmaar, afdeling jeugdreclassering en zich daarna gedurende de proeftijd en op de door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zo lang die instelling dat noodzakelijk acht;
  • meewerkt aan een avondklok, verbonden aan het [adres] , dagelijks van 21:00 tot 07:00 uur en op vrijdag van 23:00 tot 07:00 uur, gefaseerd af te bouwen door de jeugdreclassering, tot uiterlijk 31 juli 2024 of zoveel korter als de jeugdreclassering noodzakelijk acht in overleg met de officier van justitie;
  • naar school zal gaan volgens het rooster en zich zal houden aan de regels en afspraken van school;
  • meewerkt aan het vinden en behouden van een passende dagbesteding naast school in de vorm van een bijbaan en/of sport;
  • meewerkt aan de begeleiding vanuit De Hoofdtrainer of een soortgelijke instelling en zijn afspraken met hen nakomt. De doelen van deze begeleiding zijn gericht op weerbaarheid/weerstand bieden, online gedrag en social media en het overzien van oorzaak en gevolg;
  • meewerkt aan het locatieverbod om zich te bevinden in gemeente [gemeente] , stadsdeel [stadsdeel] ;
  • alleen beschikking heeft over een analoge telefoon en niet over een smartphone, tot uiterlijk 31 juli 2024 of zoveel korter als de jeugdreclassering noodzakelijk acht in overleg met de Hoofdtrainer;
  • op geen enkele wijze – direct of indirect – contact opneemt, zoekt of heeft met de volgende slachtoffers, tenzij dit is in het kader van het versturen van een excuusbrief via de raadsman en de officier van justitie, waarbij de politie toezicht houdt op de naleving van dit contactverbod:
o [benadeelde partij 1] , geboren op [geboortedatum 2] te [plaats 2] ;
o [benadeelde partij 2] , geboren op [geboortedatum 3] te [plaats 3] (Bulgarije).
Geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling De Jeugd- en Gezinsbeschermers gevestigd te Alkmaar, tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Stelt verder als voorwaarden dat de veroordeelde is gehouden om, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan te bieden en medewerking te verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht.
Beveelt dat de gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn.
Veroordeelt de verdachte tot het verrichten van
180 urentaakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 90 dagen jeugddetentie.
Onttrekt aan het verkeer:
  • 1 STK Revolver (omschrijving: Bruno Olympic 38, kaliber .22 Long Rifle, goednummer: [goednummer] );
  • 3 STK Munitie (omschrijving: 2 hulzen en 1 patroon .22, goednummer: [goednummer] ).
Verklaart verbeurd:
  • 1 STK Helm (omschrijving: goednummer: [goednummer] );
  • 1 STK Kleding (omschrijving: Shirt wit, goednummer: [goednummer] ).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
2 STK Schietmouw (omschrijving: goednummers: [goednummer] en [goednummer] ).
Beslissing over voorlopige hechtenis
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.O. Rutten, voorzitter,
mr. A.S. van Leeuwen, tevens kinderrechter, en
mr. E.K.A. van den Bos, rechter,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.B. Kuvel,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 april 2024.
Mrs. J.O. Rutten en E.K.A. van den Bos zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
De bewijsmiddelen
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De rechtbank heeft vastgesteld dat ten aanzien van de onder 3.4 bewezen verklaarde feiten sprake is van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Gelet daarop zal voor deze feiten worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen op grond waarvan de rechtbank tot een bewezenverklaring is gekomen.
Ten aanzien van feit 1
  • Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [de verdachte] , afgelegd op 30 november 2023 ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
  • Het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 1] van 28 november 2023 (dossierpagina’s 1 t/m 4).
Ten aanzien van feit 2
  • Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [de verdachte] , afgelegd op 30 november 2023 ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank;
  • Het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 2] van 29 november 2023 (dossierpagina’s 40 t/m 41).
Ten aanzien van feit 3
  • Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [de verdachte] , afgelegd op 30 november 2023 ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank;
  • Het proces-verbaal van wapenonderzoek van 28 november 2023 (dossierpagina’s 72 t/m 76).