Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 16 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder tot wijziging van de zorgregeling voor haar minderjarige dochter, [de minderjarige 1]. De moeder verzocht om een wijziging van de zorgregeling, omdat zij van mening was dat de omstandigheden sinds de eerdere beschikking van het hof waren veranderd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er sinds de beschikking van het hof van 1 november 2022 geen wezenlijke veranderingen zijn opgetreden in de wijze waarop de ouders hun ouderschap invullen. De communicatie tussen de ouders blijft moeizaam en de rechtbank concludeert dat de door de moeder aangehaalde voorbeelden van verbeterde samenwerking onvoldoende zijn om de zorgregeling te wijzigen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de minderjarige, die binnenkort naar de middelbare school gaat, geen behoefte heeft aan een uitbreiding van de zorgregeling en dat het in haar belang is dat de rechtszaken tussen de ouders stoppen. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder tot wijziging van de zorgregeling afgewezen en ook het verzoek van de vader om de moeder in de proceskosten te veroordelen afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de stem van de minderjarige en de noodzaak voor de ouders om rekening te houden met haar wensen.