Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1]2. [gedaagde 2]3. [gedaagde 3]
1.Het procesverloop
2.Feiten
Budgethouder (werkgever) Het gaat hier om de gegevens van de persoon die de zorg krijgt’de persoonsgegevens van [gedaagde 3] ingevuld. Onder kopje 9 ‘
Ondertekening’ staat:
{afbeelding 1}
Zoals u bekend ben iks
inds 1 februari 2020 bij u in dienst in de functie van zorgverlener. Uit hoofde van deze arbeidsovereenkomst bent u verplicht tijdig mijn salaris uit te betalen. Ik heb u diverse malen mondeling aangegeven dat ik mijn salaris over de afgelopen periode niet van u heb mogen ontvangen. Het gaat hier om het salaris over de maanden: februari, maart april en mei. Door uw non-betaling van mijn salaris kom ik in grote financiële problemen nu ik hierdoor niet aan mijn financiële verplichtingen zal kunnen voldoen. Om die reden verzoek ik u vriendelijk, maarmet klem, om mijn salaris alsnog aan mij uit te betalen. Ik zie uw betaling graag zo spoedig mogelijk, (…)’.
3.De vordering
€ 9.023,27, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarden. Het gevorderde bedrag bestaat uit: € 5.332,- aan achterstallig loon over de periode februari 2020 tot en met mei 2020, € 2.666,- aan (50%) wettelijke verhoging, € 776,34 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 248,93 aan wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
[gedaagde 1] betwist ook dat zij met [eiser] (salaris-)afspraken heeft gemaakt. Volgens [gedaagde 1] is zij via [betrokkene 3] / [bedrijf] met [eiser] en zijn neef in contact gekomen en heeft [bedrijf] alles, zonder betrokkenheid van [gedaagde 1] , met de neven geregeld, waarna de neven bij [gedaagden] zijn komen werken. [gedaagde 1] heeft niets van een overeenkomst gezien en wist daar ook niets vanaf, aldus nog steeds [gedaagden] .