Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 februari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens een snelheidsovertreding. Betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 5 km per uur harder dan toegestaan op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. Na het indienen van beroep bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, heeft betrokkene de zaak aan de kantonrechter voorgelegd.
Tijdens de zitting op 19 februari 2024 waren zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig. De vertegenwoordiger handhaafde de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. Betrokkene voerde aan dat hij meerdere boetes had ontvangen voor dezelfde flitspaal en dat hij twijfelde aan de werking van deze flitspaal, omdat hij altijd op cruise control reed en bij andere flitspalen op hetzelfde traject niet geflitst werd.
De kantonrechter oordeelde dat uit het dossier, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging had plaatsgevonden. De snelheid was gecontroleerd met een goedgekeurde trajectsnelheidsmeter, en de gemiddelde snelheid was gecorrigeerd volgens de landelijke richtlijnen. Betrokkene had onvoldoende feiten aangedragen om aan de juistheid van de metingen te twijfelen. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en er geen aanleiding was om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard.