ECLI:NL:RBNHO:2024:3664

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 februari 2024
Publicatiedatum
15 april 2024
Zaaknummer
10818704 \ WM VERZ 23-1839
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 februari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens een snelheidsovertreding. Betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 5 km per uur harder dan toegestaan op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. Na het indienen van beroep bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, heeft betrokkene de zaak aan de kantonrechter voorgelegd.

Tijdens de zitting op 19 februari 2024 waren zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig. De vertegenwoordiger handhaafde de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. Betrokkene voerde aan dat hij meerdere boetes had ontvangen voor dezelfde flitspaal en dat hij twijfelde aan de werking van deze flitspaal, omdat hij altijd op cruise control reed en bij andere flitspalen op hetzelfde traject niet geflitst werd.

De kantonrechter oordeelde dat uit het dossier, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging had plaatsgevonden. De snelheid was gecontroleerd met een goedgekeurde trajectsnelheidsmeter, en de gemiddelde snelheid was gecorrigeerd volgens de landelijke richtlijnen. Betrokkene had onvoldoende feiten aangedragen om aan de juistheid van de metingen te twijfelen. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en er geen aanleiding was om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10818704 \ WM VERZ 23-1839
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 19 februari 2024
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [betrokkene] . [betrokkene]
adres : [adres 1]
woonplaats : [adres 2] (hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 februari 2024. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 5 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene heeft – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat hij meerdere boetes heeft ontvangen voor te hard rijden bij dezelfde flitspaal en dat hij niet op de juiste werking van deze flitspaal vertrouwt. Dit temeer omdat hij altijd op cruise control rijdt en bij andere flitspalen op hetzelfde traject niet wordt geflitst.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Uit de overgelegde stukken volgt dat de snelheid is gecontroleerd met een voor de meting geteste en op de voorgeschreven wijze gebruikte trajectsnelheidsmeter met daaraan gekoppelde fotoapparatuur. De daarmee berekende gemiddelde snelheid bedroeg 109 kilometer per uur. Deze waarde is naar beneden gecorrigeerd, conform de landelijk vastgestelde correctiewaarde in verband met de maximaal toegelaten fouten in de meetapparatuur, zoals bedoeld in de Aanwijzing meting snelheidsoverschrijdingen. Voorts bevat het dossier een verklaring van de NMI van 25 februari 2022 waaruit volgt dat de trajectsnelheidsmeter op 22 februari 2022 is onderzocht en dat de trajectsnelheidsmeter aan de ‘concept regeling voorschriften meetmiddelen politie’ voldoet. Er is geen reden om aan de juistheid van deze stukken te twijfelen. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij op cruisecontrole reed. Niet valt uit te sluiten dat betrokkene zich heeft vergist met het instellen van de cruisecontrole. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: