In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot het instellen van bewind over de goederen van een betrokkene, die lijdt aan een alcoholverslaving en Alzheimer. Het verzoek is ingediend door Stichting Sint Jacob, die stelt dat de betrokkene, geboren in 1946, niet in staat is haar financiën te regelen door haar huidige situatie van gedwongen opname met een rechterlijke machtiging. De betrokkene heeft echter een levenstestament waarin zij een gevolmachtigde heeft benoemd, en zij verzet zich tegen het instellen van bewind.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 maart 2024 heeft de betrokkene verklaard dat haar financiën goed verlopen en dat zij zich niet herkent in de beschuldigingen van de verzoeker. De gevolmachtigde, die de betrokkene al meer dan dertig jaar kent, heeft bevestigd dat de financiële situatie stabiel is en dat er wekelijks overleg plaatsvindt. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat, gezien het bestaan van het levenstestament, er terughoudendheid moet zijn bij het instellen van bewind. Er zijn geen omstandigheden aangetoond die een bewind noodzakelijk maken, en de samenwerking met de gevolmachtigde verloopt goed.
Daarom heeft de kantonrechter besloten het verzoek tot instelling van bewind af te wijzen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.