Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 april 2024 in de zaak tussen
[naam 1] , uit [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad, verweerder.
Procesverloop
[adres 1] te [plaats] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2022 vastgesteld op € 374.000. In hetzelfde document is ook de aanslag onroerendezaakbelastingen 2022 bekendgemaakt.
Overwegingen
Geschil2. In geschil is de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2021 (hierna: de waardepeildatum).
- verweerder heeft geen rekening gehouden met de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten;
- verweerder is voor [adres 2] uitgegaan van een onjuiste transactiedatum;
- verweerder heeft geen rekening gehouden met de nieuwe funderingen van [adres 2] , [adres 3] en [adres 4] ;
- verweerder heeft bij [adres 4] geen rekening gehouden met de geheel gerenoveerde en gemoderniseerde woning;
- verweerder heeft geen rekening gehouden met de moderne badkamer en keuken bij [adres 5] ;
- in navolgende jaren heeft verweerder de WOZ-waarde van de woning wel lager vastgesteld.
Beslissing
A.C. Karels, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 2 april 2024.