Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
,
,
1.De procedure
- de dagvaarding, met bijlagen, op 7 maart 2024 betekend aan de vrouw;
- de pleitnota, tevens eis in reconventie, met bijlagen, van de vrouw, ingekomen op 15 maart 2024;
- het bericht, met bijlagen, van de man, ingekomen op 18 maart 2024;
- het bericht, tevens houdende wijziging van de eis in reconventie, van de vrouw,
2.De feiten
- [de minderjarige 1] , op [geboortedatum 1] te [plaats 2] ;
- [de minderjarige 2] , op [geboortedatum 2] te [plaats 2] .
3.Het geschil in conventie
- de vrouw veroordeelt tot een zo spoedig mogelijke teruggeleiding van de minderjarigen naar de man, met bevel dat de vrouw de minderjarigen aan de man dient af te geven met machtiging aan de man dit vonnis in zoverre nodig zelf ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
- de vrouw veroordeelt tot een zo spoedig mogelijke teruggeleiding van de minderjarigen naar de man op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag waarop de vrouw niet voldoet aan het gevorderde, dan wel een dwangsom vast te stellen als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren;
- de vrouw veroordeelt in de kosten van dit geding.
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling
ervangende toestemming inschrijving school:
6.De beslissing
- [de minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] te [plaats 2] ;
- [de minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] te [plaats 2] .