Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
American Express Europe S.A., rechtsopvolgster van
American Express Services Limited
1.Het procesverloop
2.De vordering
3.De beoordeling
Ja, ik ga akkoord met de Overeenkomst voor American Express kaarthouders. Na acceptatie en ontvangst van de kaart accepteer ik dat ik aan de Overeenkomst gehouden word. Ik ga daarnaast akkoord met de Algemene Voorwaarden voor Membership Rewards.” Zonder overeenkomst dan wel stukken waaruit blijkt op welk moment de gedaagde partij de aanvraag heeft gedaan kan niet worden vastgesteld welke algemene voorwaarden van toepassing zijn. De eisende partij heeft de versie van de algemene voorwaarden overgelegd waarvan zij stelt dat die laatstelijk tussen partijen golden op het moment dat de overeenkomst door haar is beëindigd. Dat die voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst kan de kantonrechter echter niet vaststellen. De stelling van de eisende partij dat partijen zijn overeengekomen dat altijd de laatste versie van de algemene voorwaarden geldt, kan immers alleen worden beoordeeld door beoordeling van de algemene voorwaarden zoals die golden op het moment waarop de overeenkomst is aangegaan. Daarin zou dan een wijzigingsbeding moeten zijn opgenomen.
Overeenkomst voor de American Express Consumenten Kaarthouders per september 2021. Het is niet mogelijk dat op 12 juli 2019 al algemene voorwaarden van september 2021 van toepassing waren.
Overeenkomst voor de American Express Consumenten Kaarthouders per september 2021, geldt het volgende. Uit die algemene voorwaarden maakt de kantonrechter op dat naast de maandelijkse lidmaatschapsbijdrage van € 29,95 de volgende kosten bij de consument in rekening kunnen worden gebracht:
a) buitengerechtelijke incassokosten;
b) een vergoeding van 3,5% (met een minimum van € 4,50) bij contante geldopnames;
c) een vergoeding voor papieren maandafrekeningen;
d) een wisselkoersopslag bij betalingen in vreemde valuta.
kredietovereenkomst zonde rente en andere kosten.
Overeenkomst voor de American Express Consumenten Kaarthouders per september 2021, is de kantonrechter daarom voorshands van oordeel dat geen sprake is van een in artikel 7:58 lid 2 aanhef en onder e BW genoemde uitzondering.
4.De beslissing
24 april 2024uit te laten zoals bedoeld in r.o. 3.6. en 3.10.;