ECLI:NL:RBNHO:2024:3326
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening door tennis- en padelvereniging wegens onvoldoende spoedeisend belang en belangenafweging
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 april 2024 uitspraak gedaan over een verzoek van de tennis- en padelvereniging T.C. Uitgeest om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek volgde op een eerdere afwijzing van een vergelijkbaar verzoek op 6 maart 2024. De vereniging had gevraagd om schorsing van een last onder dwangsom die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uitgeest was opgelegd, omdat omwonenden geluidsoverlast ervaren van de padelbanen. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster niet voldoende had onderbouwd dat de situatie zo nijpend was dat zij op korte termijn zou ophouden te bestaan. De voorzieningenrechter weegt de belangen van de verzoekster tegen die van de omwonenden en concludeert dat de handhaving van de geluidsnormen zwaarder weegt dan de belangen van de vereniging bij uitbreiding van de speeluren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een andere belangenafweging rechtvaardigen. De vereniging had geen (financiële) gegevens overgelegd die aantonen dat het voortbestaan van de club in gevaar is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, met de conclusie dat het verzoek kennelijk ongegrond is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.