Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Schrama B.V.
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAV B.V.
[gedaagde]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert Schrama B.V., een besloten vennootschap gevestigd te Bergen (NH), de beëindiging van de huurovereenkomst met TAV B.V. en andere gedaagden, op basis van dringend eigen gebruik. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis op 24 januari 2024 geoordeeld dat de opzegging door verhuurster voldoet aan de formele eisen en rechtsgeldig is. Schrama heeft voldoende onderbouwd dat zij het gehuurde persoonlijk in gebruik gaat nemen en dat er sprake is van dringend eigen gebruik. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de beëindiging van de huurovereenkomst per 1 april 2025 redelijk is, en dat TAV c.s. voldoende tijd krijgt om een alternatieve ruimte te vinden. De vordering tot machtiging voor gedwongen ontruiming is afgewezen, maar de kantonrechter heeft wel een tegemoetkoming van € 5.000,00 in de verhuis- en inrichtingskosten aan TAV c.s. toegewezen, onder de voorwaarde dat zij binnen een jaar na de uitspraak een nieuwe horecalocatie in gebruik neemt. Daarnaast heeft de kantonrechter de tegenvordering van TAV c.s. tot huurkorting over de derde lockdownperiode toegewezen, en Schrama veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.633,52 aan TAV c.s. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen, met uitzondering van de kosten die Schrama moet betalen in het geval zij haar vordering intrekt.